2.2 voortplanting stelsel vrouw

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

2.2 voortplanting stelsel vrouw

blz 100 + aantekeningenschrift

wat gaan we doen?

• Opfrissen
• Leerdoelen
• Uitleg (10 min) 
• Aan de slag (20 min)
• oefenvragen
• Afronden

Waaruit bestaat sperma?

1. alleen zaadcellen
2. zaadcellen en vocht uit de prostaat
3. zaadcellen en voorvocht
4. zaadcellen en vocht uit de bijballen

leerdoelen

1. Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw aanwijzen in een afbeelding.

2.  Je kunt de functies en werking van delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw beschrijven.

Aantekeningen: vulva

• Vulva = Uitwendige delen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel.

• Buitenste schaamlippen = Behaarde huidplooien.
  
• Binnenste schaamlippen = Huidplooien die vocht (kunnen) aanmaken.

• Clitoris = Geslachtsorgaan van de vrouw
  

                         (gevoelig voor aanraking)

             - uitwendig: clitoris eikel
             - inwendig: ...............

          

inwendig

zwellichaam:
seksuele prikkels/opwinding            opzwelling van zwellichaam                Wand van de binnenste schaamlippen maakt vocht             Toegang tot de vagina gladder.

In sommige landen worden meisjes besneden. Daarbij wordt een deel van de vulva weggesneden. In Nederland is het verboden om meisjes te besnijden.

Aantekeningen

Baarmoeder = Orgaan waarin zich het embryo ontwikkelt.

Baarmoederslijmvlies = Binnenkant van de baarmoeder; de dikte verandert tijdens de cyclus.

Vagina (schede) = Tunnel tussen de baarmoeder en de vulva.

aantekeningen: baarmoeder

• Baarmoeder = Orgaan waarin zich het embryo ontwikkelt.

• Baarmoederslijmvlies = Binnenkant van de baarmoeder; de dikte verandert tijdens de cyclus.
  
  
• Eierstok = Deel waar de eicellen zich ontwikkelen.

• Vagina (schede) = Tunnel tussen de baarmoeder en de vulva.

Eicellen maken

De eierstokken maken eicellen. De eicellen zitten in follikels. Een follikel is een soort blaasje. Dit blaasje neemt vocht op en groeit daardoor. Dat noem je rijpen (zie afbeelding 8).

Ongeveer één keer per vier weken zit er zoveel vocht in de follikel dat hij openbarst. De eicel komt dan vrij uit de eierstok. Dit heet de eisprong (ovulatie). Een vrijgekomen eicel wordt opgevangen in de trechter.

De eileiders vervoeren de eicel naar de baarmoeder. In de eileider kan een zaadcel de eicel bevruchten.

eierstok

Aantekeningen: eierstok

Eierstok = Deel waar de eicellen zich ontwikkelen.

Eisprong (ovulatie) = Een eicel komt vrij uit de eierstok.

Eileider = Vervoer van eicellen van de eierstok naar de baarmoeder.

follikel = blaasje waar de eicel in zit

Eicellen maken

Nadat de eicel is vrijgekomen, verschrompelt de follikel.

Alle follikels zijn al gevormd voordat een meisje geboren wordt. Deze follikels kunnen rijpen vanaf de puberteit tot aan de overgang. Bij de meeste vrouwen begint de overgang rond hun vijftigste levensjaar. Na de overgang rijpen er geen follikels meer. Er komen dan geen eicellen meer vrij.

De vulva

Net als bij een man liggen bij een vrouw ook veel voortplantingsorganen in de onderbuik.

Een deel van de voortplantingsorganen van een vrouw kun je aan de buitenkant zien. Dit deel noem je de vulva:
• de buitenste en binnenste schaamlippen
• de top van de clitoris
• de opening van de vagina

De vulva

De buitenste schaamlippen zijn de behaarde huidplooien. Hiertussen liggen de binnenste schaamlippen. De binnenste schaamlippen zijn vaak groter dan de buitenste.

Bovenaan tussen de schaamlippen ligt de top of ‘eikel’ van de clitoris (kittelaar). De clitoriseikel is gevoelig voor aanraking. Eromheen ligt een huidplooi, dat is de clitorishoed.

In het midden ligt de opening van de urinebuis. Daaronder ligt de opening van de vagina. Rond deze opening ligt het maagdenvlies.

Aan de slag

Aan de slag!

• Opdrachten maken: 1,2,3,4,6
• Klaar? --> nakijken
                --> volgende basisstof lezen
                --> opdrachten 2.1 afmaken