Vitale functies

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Aanhet eind van de les kun je vertellen:
  • Welke vitale functies er zijn
  • Hoe je de vitale functies controleert
  • Wat de normaalwaarden zijn van de vitale functies

  • Wat zijn je eigen leervragen over de vitale functies?

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al van vitale functies?

Slide 4 - Carte mentale

Vitale functies komt van 'vita'
Wat betekent 'vita'
A
Belangrijk
B
Krachtig
C
Leven
D
Vitamine

Slide 5 - Quiz

1

Slide 6 - Vidéo

00:30
Wat zijn de drie vitale functies?

Slide 7 - Question ouverte

Op welke manieren kun je de vitale functies meten?

Slide 8 - Carte mentale

Op welke manieren kun je de vitale functies meten?

  • Ademhaling tellen en saturatie meten
  • Bloeddruk meten en pols tellen (hartslag)
  • Bewustzijn controleren en temperatuur meten.

Slide 9 - Diapositive

Observatie ademhaling
  • Frequentie (30 sec, tellen, x 2 = ah/min.)
  • Diepte en gelijkmatigheid
  • Ritme of regelmaat
  • Geluid
  • Kleur van de zorgvrager
  • Ademhaling tellen.

Slide 10 - Diapositive

Wat is de normale ademfrequentie van een volwassene?
A
15 - 20 x/min.
B
20 - 25 x/min.
C
40 - 60 x/min.
D
60 - 80 x/min.

Slide 11 - Quiz

2

Slide 12 - Vidéo

00:45
Wat is de normale hartfrequentie van een volwassene?
A
20 - 60 x/min.
B
40 - 80 x/min.
C
60 - 100 x/min.
D
80 - 120 x/min.

Slide 13 - Quiz

01:14
Wat is de hartfrequentie van deze dame?
A
15 x/min.
B
20 x/min.
C
60 x/min.
D
80 x/min.

Slide 14 - Quiz

Pols tellen: wat observeer je?
  • Frequentie (60 - 100 x per minuut)
  • Gelijkmatigheid
  • Ritme, regelmaat
  • Spanning en volume (vulling)

Slide 15 - Diapositive

Bloeddruk
  • Bovendruk (systole): druk in de bloedvaten als het hart samentrekt
  • Onderdruk (diastole): druk in de bloedvaten als het hart ontspant
  • Weergeven in mm Hg = millimeter kwik
  • RR (Riva Rochy) of tensie.

Slide 16 - Diapositive

Afwijkende bloeddruk
  • Hypertensie (vaker dan 1x gemeten):
  • Systole > 140 mm Hg (> 80 jaar > 160 mm Hg)
  • Diastole > 90 mm Hg
  • Hypotensie
  • Bloeddruk meten.

Slide 17 - Diapositive

3

Slide 18 - Vidéo

00:24
Hoe veel cm. moet de manchet boven de elleboogplooi worden aangebracht?
A
0 cm.
B
2 - 3 cm.
C
3 - 4 cm.
D
4 - 5 cm.

Slide 19 - Quiz

01:11
Wat hoor je bij de eerste harttoon?
A
De bovendruk
B
De polsdruk
C
De onderdruk
D
De hartdruk

Slide 20 - Quiz

01:43
Wat kun je zeggen over de bloeddruk van deze mevrouw?
A
Ze heeft hypertensie
B
Ze heeft een normale bloeddruk
C
Ze heeft hypotensie

Slide 21 - Quiz

Lichaamstemperatuur
  • Normaal: 36.0 – 37.4 ºC
  • Verhoging: 37.5 – 37.9 ºC
  • Koorts: 38.0 – 40.0 ºC
  • Hyperthermie: > 40 ºC
  • Onderkoeling (hypothermie): < 35.0 ºC.

Slide 22 - Diapositive

Temperatuur meten
  • Rectaal (rectum)
  • Axillair (oksel)
  • Oraal (mond)
  • Tympanisch (oor)
  • Voorhoofd met infrarood
  • Temperatuur opnemen.

Slide 23 - Diapositive

1

Slide 24 - Vidéo

00:57
Hoe heet het als je de temperatuur meet in het oor?
A
Axillair
B
Oraal
C
Rectaal
D
Timpanisch

Slide 25 - Quiz

Wat kun je zeggen over
de temperatuur op deze thermometer?
A
Hypothermie
B
Koorts
C
Normaal
D
Verhoging

Slide 26 - Quiz

Oksel
Rectum
Mond
Oor
Oraal
Rectaal
Tympanisch
Axillair

Slide 27 - Question de remorquage

Hyperthermie
Hypothermie
Verhoging
Koorts
< 35.0 ºC
37.5 – 37.9 ºC
38.0 – 40.0 ºC
> 40 ºC

Slide 28 - Question de remorquage

Bewustzijn

Slide 29 - Diapositive

3

Slide 30 - Vidéo

01:35
Wat is de score van een zorgvrager die bij aanspreken de ogen opent?
A
E 2
B
E 3
C
M 2
D
M 3

Slide 31 - Quiz

03:39
Wat is de score van een zorgvrager die beide duimen in de lucht steekt als dat wordt gevraagd?
A
M 1
B
M 6
C
V 1
D
V 6

Slide 32 - Quiz

06:11
Wat is de score van een zorgvrager die niet weet waar hij is en welke dag het is?
A
V 1
B
V 2
C
V 4
D
V 5

Slide 33 - Quiz

Wat heb je geleerd over
(het controleren van) vitale functies?

Slide 34 - Carte mentale

Vertel in eigen woorden:
  • Welke vitale functies er zijn
  • Hoe je de vitale functies controleert
  • Wat de normaalwaarden zijn van de vitale functies

  • Wat zijn nu je leervragen over de vitale functies?

Slide 35 - Diapositive

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 36 - Sondage