Rekenen met Grote Getallen

Rekenen met Grote Getallen

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je grote sommen optellen, aftrekken en vermenigvuldigen met verschillende soorten vragen beantwoorden.

Wat weet je al over rekenen met grote sommen?

Inleiding

We gaan vandaag leren hoe we grote getallen kunnen bewerken door middel van optellen, aftrekken en vermenigvuldigen.

Optellen van grote getallen

Bij het optellen van grote getallen is het belangrijk om de plaatswaarde te begrijpen en kolommen te gebruiken.

Oefening 1

Bereken de volgende som: 3476 + 2589

Aftrekken van grote getallen

Bij het aftrekken van grote getallen is lenen soms nodig. We gaan leren hoe we dit op een gestructureerde manier kunnen doen.

Oefening 2

Bereken de volgende som: 5903 - 2718

Vermenigvuldigen van grote getallen

Bij het vermenigvuldigen van grote getallen is het belangrijk om de juiste plaatswaarde te behouden en de kolommen te gebruiken.

Oefening 3

Bereken de volgende som: 456 x 28

Verschillende type vragen

We zullen ook verschillende soorten vragen behandelen, zoals meerstapsproblemen en contextuele situaties.

Oefening 4

Los het volgende meerstapsprobleem op: Tijdens de kerstvakantie heeft Lisa 3 keer 150 euro uitgegeven. Hoeveel geld heeft ze in totaal uitgegeven?

Toepassing in context

We zullen grote sommen toepassen in realistische situaties, zoals bij het berekenen van kosten of het meten van afstanden.

Oefening 5

Bereken de totale kosten van 8 tickets van €45 per stuk.

Samenvatting

We hebben vandaag geleerd hoe we grote sommen kunnen optellen, aftrekken en vermenigvuldigen, en hoe we verschillende soorten vragen kunnen beantwoorden.

Reflectie

Wat vond je het lastigst bij het werken met grote sommen? Wat vond je het meest interessant?

Praktische oefening

Los de volgende som op: 6789 x 56

Toets je begrip

Geef een voorbeeld van een situatie waarin je grote getallen zou moeten gebruiken voor berekeningen.

Praktische opdracht

Bedenk zelf een meerstapsprobleem waarbij je grote getallen moet gebruiken. Los het probleem vervolgens op.

Evaluatie

Wat heb je vandaag geleerd over het werken met grote getallen? Welke onderdelen vond je het meest nuttig?

Afsluiting

Bedank de leerlingen voor hun inzet en beantwoord eventuele resterende vragen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.