NK, Kapitel 3, wiederholung 3

Wilkommen Schüler!
An die Arbeit
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wilkommen Schüler!
An die Arbeit

Slide 1 - Diapositive

Programma:
Deel 1:
-  Lernziele
-  kurze Wiederholung 
-  Extra uitlegmoment
-  Extra oefenen voor toets & vlog
-  evalueren




Slide 2 - Diapositive

Lernziel(e)
1.Je weet of je alles begrijpt voor de toets van dit hoofdstuk.

Slide 3 - Diapositive

Grammatik Kapitel 3 

Slide 4 - Diapositive

Wie wil er nog graag extra uitleg?

Slide 5 - Diapositive

Het mannelijk zelfst. naamwoord
1. Mannelijke personen ( der Bruder, der Vater)
2. Mannelijke dieren (der Kater, der Stier)
3. Dagen van de week (der Montag)
4. Maanden (der November)


Slide 6 - Diapositive

Het vrouwelijk zelfst. naamwoord
1. Vrouwelijke personen ( die Schwester, die Mutter)
2. Vrouwelijke dieren (die Katze, die Kuh)
3. Zaaknamen die eindigen op een -e ( die Schule, die Lampe)
4. Woorden die eindigen op  – heit, -keit, -schaft, ung, 
(die Einheit, die Möglichkeit, die Mannschaft, die Umgebung, )

Slide 7 - Diapositive

Het onzijdig zelfst. naamwoord
1. De het-woorden ( das Haus, das Buch)



Slide 8 - Diapositive

Meervoud bij zelfstandige naamw.
Elk geslacht (der/die/das) heeft zijn eigen regels om het meervoud te vormen bij zelfstandige naamwoorden. 

Het lidwoord voor meervoud is altijd DIE !!!!!!!!!!!!!!!!!!

Slide 9 - Diapositive

der - mannelijk
                   Regel 1 : Umlaut  + e 
           

  
bijv. der Ball - die Bälle
             der Sohn - die Söhne
             der Freund - die Freunde 
(op de klinkers van het woord "auto")

Slide 10 - Diapositive

der - mannelijk
Regel 2: Bij mann. woorden, die eindigen op
-el, -er, of -en verandert alleen het lidwoord. 
    
        bijv. der Lehrer - die Lehrer          
     der Onkel  - die Onkel 

Slide 11 - Diapositive

die - vrouwelijk
Regel 1: +(e)n 



 
Bijvoorbeeld:  die Frau - die Frauen
                       die Katze - die Katzen

Slide 12 - Diapositive

die - vrouwelijk
Let op:
bij vrouwelijke woorden die eindigen op -n , treedt  een verdubbeling van de letters op (zoals in NL)
die Freundin - die Freundin-n-en
(de vriendin - die vriendinnen) 

Slide 13 - Diapositive

das - onzijdig
Regel 1: +e

bijvoorbeeld: das Heft - die Hefte

Slide 14 - Diapositive

Uitzondering op hoofdregels
Woorden die eindigen op: a, i, o, y krijgen +S, ongeacht het geslacht dat ze hebben.  NOOIT een 'S   !!!

das Taxi - die Taxis
das Handy - die Handys 
die Oma - die Omas


Slide 15 - Diapositive

Stappenplan: meervoud vormen

Stap 1: Welk geslacht (der/die/das) heeft het zelfstandig nw?
 
Stap 2: Welke regel pas ik toe?

Stap 3: is het misschien een uitzondering?

Slide 16 - Diapositive

Wiederholung 3

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Hoe goed ben je nu al voorbereid voor de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1.Je weet of je alles begrijpt voor de toets van dit hoofdstuk.

Slide 23 - Diapositive

Blooket
Ga naar bLOOKET

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien