geld
1 / 16
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Hoeveel cent is dit totaal?
Slide 9 - Question ouverte
Jan heeft koekjes gekocht voor € 2,15 en een pak appelsap voor € 1,13.
Slide 10 - Question ouverte
Hoeveel is € 1,15 en € 5,20 samen?
Slide 11 - Question ouverte
Kees koopt twee bossen bloemen. Eén bos bloemen kost € 12,75.
Slide 12 - Question ouverte
Thowaiba heeft € 249,25 in haar spaarpot. Zij koopt voor haar moeder een cadeautje voor € 25,50.
Hoeveel geld heeft Thowaiba nog in haar spaarpot zitten?
Hoeveel geld heeft Thowaiba nog in haar spaarpot zitten?
Slide 13 - Question ouverte
Clarisse heeft nog € 3,15 in haar portemonnee en zij koopt een flesje Fanta voor € 2,25.
Hoeveel geld houdt zij over?
Hoeveel geld houdt zij over?
Slide 14 - Question ouverte
Een groep vrienden gaat uit eten in een restaurant. De rekening bedraagt in totaal € 75,25. Paul betaalt € 27,40, Lieke betaalt € 18,75 en Mike betaalt de rest van de rekening.
Hoeveel euro moet Mike betalen?
Hoeveel euro moet Mike betalen?
