Voorbereiding examen schrijven 3F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3,4

Voorbereiding examen schrijven 

Twee (3F)of drie (2F) opdrachten:

- Wervende tekst-advies-verslag-oproep

- Zakelijke brief

- bericht op intranet

Examenduur: 60-90 minuten

Let op:

• Zorg dat je alle opdrachten volledig maakt, minimaal 80%
• Let op: spelling, zinsbouw en interpunctie
• Samenhang, verbindingswoorden
• Doel + afstemming op publiek,
• Woordgebruik,
• Leesbaarheid
  

Meedoen?

www.lessonup.nl

Persoonlijke brief

- je schrijft naar een bekende

- datering

- elke aanhef is goed

- doel mag onduidelijk zijn

- indelen in alinea's

- 'straattaal' mag

- naam eronder

Zakelijke brief

- vaste indeling

- niet met: "Ik" beginnen

- Geachte heer, mevrouw,

- inleiding, midden, slot

- afsluiting

- handtekening en naam

- formeel taalgebruik

Juiste adressering?

1. Veronica Peters Goudstraat 18 3512 PM Utrecht
2. Veronica Peters Goudstraat 18 3512PM Utrecht
3. Veronica Peters Goudstraat 18, 3512 PM Utrecht
4. Veronica Peters Goudstraat 18 3512 PM Utrecht

Juiste datering?

1. Apeldoorn, 20-01'20
2. Datum: 20 januari 2020
3. Apeldoorn, 20 januari 2020
4. Maandag, 20 januari 2020

Welke aanhef is juist?

1. Geachte heer, mevrouw,
2. Beste meneer Jansen,
3. Geachte mevrouw Patricia de Vries,
4. Geachte mevrouw De Vries,

Welke afsluiting is juist?

1. Hoogachtend, handtekening Bedrijfsnaam Naam, functie
2. Hoogachtend, handtekening Naam, functie Bedrijfsnaam
3. Hoogachtend, Naam, functie Bedrijfsnaam handtekening
4. Hoogachtend, Bedrijfsnaam handtekening Naam, functie

Conventies zakelijke brief

1.  Afzender
2. Datering (plaats, datum)
   
3. Adressering
4. Betreft
5. Aanhef
6. Briefinhoud:minimaal 3 alinea's
7. Ondertekening (hoogachtend, bedrijfsnaam, handtek, naam en functie)
   
8. Bijlage(n)
   

persoonlijke/zakelijke e-mail

aan:

cc:

bcc:

onderwerp:

hier voer je de e-mailadressen in

ontvanger van de kopie

geheime kopie: blind carbon copy

Wat zijn de 5W+H-vragen?

1. wanneer, waarheen, waartoe, welke, waarom en hoezo
2. wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe
3. want, wat, wie, waarom, welke en hoe laat
4. voor wie, met wie, wanneer, waar naartoe, met wat, hoe

Hij wordt door zijn compagnon slecht (behandelen).






Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




27







Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Extra oefening









Extra uitdaging









Instellingen









































Youtube

2:30












































Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




27







Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Extra oefening









Extra uitdaging









Instellingen









































Youtube

2:30





































Zijn compagnon heeft hem lelijk (behandelen).

1. behandelt
2. behandeld

Je (geloven) toch niet alle verhalen die dat meisje je (vertellen).

1. geloofd, verteld
2. geloofd, vertelt
3. gelooft, verteld
4. gelooft, vertelt

Het verliefde stelletje liep naar het (verlaten) strand.

1. verlate
2. verlaatte
3. verlaten
4. verlaatten

Woorden op de verkeerde plaats

Meerdere betekenissen kunnen ontstaan als je woorden op de verkeerde plaats in de zin zet. 

Welke twee betekenissen?
''De verpleegster smeerde de vrouw met de zalf in.''

Rekening houden met lezers

Als je schrijft, moet je rekening houden met je lezers:

- Passende context

- Helder formuleren

- Geen overbodig moeilijke woorden gebruiken

- Maak de zin niet onnodig lang, bijvoorbeeld max. 1 komma

Vakterm

Niet iedereen zal vaktermen begrijpen

''

Modewoorden

Vaak gebruikte woorden zonder duidelijke, vaststaande of door iedereen gedeelde betekenis

--> Vaak maar een korte tijd populair

--> Vaak afkomstig uit de jeugdtaal, straattaal of popcultuur

''Hij is echt een baas.'' 

''Het feestje was episch.''

gebruik taal passend bij de opdracht

Meest voorkomende spelfouten 

schrijfexamen Ned 3F

18 mei 2021

Schrijfexamen Ned 3F

18 mei 2021

13.00-14:30 uur

F 1.05