4.5 Keizer Napoleon 2HV

H4: Verlichting en Revolutie
4.5 Keizer Napoleon
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H4: Verlichting en Revolutie
4.5 Keizer Napoleon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen wat er veranderde door de komst van Napoleon.

Slide 2 - Diapositive

Carrière dankzij de revolutie!

Slide 3 - Diapositive

Napoleon Bonaparte
  • Geboren op het eiland Corsica op 15 augustus 1769

  • Hij was afkomstig uit de derde stand (zijn vader was advocaat)

  • Het gezin was niet rijk, maar Napoleon kon toch studeren

  • Hij ging op zijn 15e naar een militaire school

Slide 4 - Diapositive


Staatsgreep van Napoleon
november 1799






  • Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
  • Hij is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af. 
  • Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 5 - Diapositive


Frankrijk bezet Nederland
1795-1813




  • Op verzoek van de Patriotten, Nederlanders die van de prins van Oranje af willen, vallen Franse troepen Nederland binnen.
  • Nederland wordt de Bataafse Republiek, maar de Nederlanders zelf hebben maar weinig te zeggen.

Slide 6 - Diapositive

Napoleon wordt dictator
1799-1804






  • Hoewel de Franse Revolutie hem de kans heeft gegeven hoger op te komen, heeft Napoleon niet zoveel met de idealen van de Revolutie.
  • Hij schakelt tegenstanders uit en wordt langzaamaan dictator van Frankrijk.
  • Het volk heeft, door zijn overwinningen, alle vertrouwen in Napoleon.

Slide 7 - Diapositive

Code Napoleon 



  • Hij stelt de Code Napoléon in, alle wetten en regels in één wetboek.

Code 
Napoleon
  •  persoonlijke vrijheid van burgers
  • bepaalde dat iedereen voor de wet gelijk was. 
  • de godsdienstvrijheid werd officieel ingevoerd en de macht van de kerk ingeperkt.
  • Burgerlijke stand:  
aangifte van geboorte en sterfte

Slide 8 - Diapositive

Napoleon kroont zichzelf keizer           1804








  • Nu Napoleon de absolute baas is in grote delen van Europa, kroont hij zichzelf tot keizer.
  • Na 15 jaar revolutie lijkt Frankrijk terug bij af: er is weer één man de baas.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Koninkrijk Nederland
1806-1810




  • De broer van Napoleon, Lodewijk Napoleon, wordt in 1806, de eerste koning van Nederland.
  • Hij is geliefd in ons land: zo probeerde hij ook Nederlands te praten. 
  • Dat was niet altijd makkelijk. Zo noemde hij zichzelf: 'konijn van Olland'

Slide 11 - Diapositive








Lodewijk Napoleon laat het stadhuis van Amsterdam tot zijn paleis verbouwen. 
Tegenwoordig heet het daarom nog steeds Paleis op de Dam.
Zijn vrouw Hortense vond het helemaal niets en vertrok weer naar Frankrijk

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Deel van Frankrijk
1810-1813






  • Napoleon vindt dat zijn broer veel te vriendelijk is voor de Nederlanders, en stuurt hem weg.
  • Nederland wordt nu een deel van het Franse Keizerrijk.
  • In 1811 brengt hij zijn eerste, en enige, bezoek aan Nederland.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Tocht naar Rusland juni 1812





  • Napoleon stelde het Continentaal Stelsel in. Hij verbood alle handel met Engeland vanuit het Europese continent, om het Engelse succes tegen te werken.
  • Napoleon had gehoopt dat Rusland hierin een bondgenoot zou zijn. 
  • Dat valt tegen en Napoleon kan maar één ding doen: Rusland aanvallen.
  • Hij verovert Moskou, maar de stad wordt door de Russen zelf in brand gestoken. Napoleon is verbijsterd... 

Slide 16 - Diapositive

Verbannen naar Elba
1814








  • Napoleon wordt in 1814 afgezet en verbannen naar het eiland Elba, maar hij weet te ontsnappen en Parijs te bereiken.
  • De Fransen juichen hem toe als hij langsrijdt: Napoleon wordt opnieuw keizer

Slide 17 - Diapositive

Slag bij Waterloo
1815






  • Napoleon is nog 100 dagen keizer, daarna wordt hij verslagen door o.a. Engeland, Pruisen en de Nederlanden in de Slag bij Waterloo (B).
  • Silly Billy
  • Napoleon wordt opnieuw verbannen. Nu voorgoed.
  • De rest van zijn leven zal hij doorbrengen op St. Helena (Atlantische Oceaan)

Slide 18 - Diapositive


Napoleon sterft
1821




Napoleon sterft op 5 mei 1821 op 51-jarige leeftijd aan maagkanker. 
Zijn lichaam werd naar Parijs gebracht, waar zijn praalgraf 
tegenwoordig nog steeds te vinden is.
Nederland is er dan weer een Oranje aan de macht: Koning Willem I

Slide 19 - Diapositive

Erfenis van Napoleon


  • Verkeer: rechts rijden
  • Burgerlijke stand: aangifte van geboorte en sterfte (Code Napoléon)
  • Invoering van achternamen
  • Invoering van het metrieke stelsel (meters, kilometers)
  • Nederland wordt écht één land

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Zet de zinnen over Napoleon in de juiste tijdsvolgorde
Napoleon verovert grote delen van Europa
Napoleon pleegt staatsgreep
Napoleon kroont zichzelf tot keizer
Napoleon verslagen bij Waterloo

Slide 22 - Question de remorquage

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen wat er veranderde door de komst van Napoleon.

Controle
Verwerking
Video

Slide 23 - Diapositive


Welk onderschrift past bij dit schilderij? Kies het juiste antwoord.
Gebruik de bron
A
Koning Lodewijk XVI wordt afgezet. Hij moet zijn kroon inleveren.
B
De paus kroont de vrouw van Napoleon tot keizerin.
C
E. Koning Lodewijk XVI kroont zijn vrouw Marie-Antoinette tot koningin van Frankrijk.
D
Napoleon heeft zichzelf tot keizer gekroond en nu kroont hij zijn vrouw tot keizerin.

Slide 24 - Quiz


Welk onderschrift past bij dit schilderij? Kies het juiste antwoord.
Gebruik de bron
A
In de periode van de terreur kon iedereen het slachtoffer worden van geweld. Franse burgers vluchtten massaal. Overal in Frankrijk was geweld en chaos.
B
In de slag bij Leipzig werd Napoleon verslagen, maar hij kwam terug. Opnieuw oorlog. Dat gebeurde bij Waterloo, in de winter van 1815. Napoleon verloor uiteindelijk.
C
Toen de Bastille was aangevallen, begon de Franse Revolutie. Overal in het land kwamen groepen mensen in opstand tegen de adel. Daarbij ging het soms hard tegen hard!
D
De aanval op Rusland werd een drama. Napoleon veroverde lege gebieden en verlaten steden. Op de terugweg vroor het enorm hard, er was gebrek aan voedsel en de Russen vielen steeds aan.

Slide 25 - Quiz

Tijdens welke van deze vier periodes werd ons land
de Bataafse Republiek genoemd?
A
Periode 1: de stadhouder, Willem V, heeft de macht.
B
Periode 2: de patriotten hebben de macht, nadat ze de stadhouder verjaagd hebben.
C
Periode 3: Lodewijk Napoleon is koning van ons land, nadat Napoleon de macht van de patriotten afnam.
D
Periode 4: ons land is bezet door de Fransen, nadat Napoleon zijn broer heeft afgezet. Ons land is een provincie van het Franse Rijk.

Slide 26 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Welke naam hoort bij het rode kruisje te staan?

De gebeurtenis vond in Parijs plaats in 1793.
A
Lodewijk XVI
B
Napoleon Bonaparte
C
Robespierre
D
Rousseau

Slide 27 - Quiz

Wat zien we op de afbeelding?
A
Napoleon kroont zichzelf tot keizer
B
Napoleon viert de overwinning van Austerlitz
C
Napoleon pleegt een staatsgreep
D
Napoleon wordt verslagen bij Waterloo

Slide 28 - Quiz

Wanneer ging Napoleon richting Rusland?
A
1804
B
1810
C
1812
D
1815

Slide 29 - Quiz

Deze opdracht gaat over continuïteit tussen Frankrijk voor en na de Franse Revolutie.
Welke twee zinnen gaan over continuïteit ten opzichte van Frankrijk vóór 1789?

1. Napoleon was een alleenheerser met absolute macht.
2. Onder Napoleon hadden alle Fransen dezelfde rechten en plichten.
3. Tijdens de constitutionele monarchie moest de koning zich houden aan de grondwet.
4. Tijdens de Franse republiek hadden alleen rijke burgers invloed.



A
Zin 1 en 4
B
Zin 1 en 2
C
Zin 2 en 3
D
Zin 3 en 4

Slide 30 - Quiz

Deze vraag gaat over Napoleon, de alleenheerser.

Op welke manier zorgde Napoleon voor meer gelijkheid in de Franse samenleving?
A
Hij maakte afkomst (waar je vandaan komt) weer belangrijk.
B
Hij maakte opleiding en prestaties minder belangrijk.
C
Hij zorgde ervoor dat iedere Fransman zich met onderwijs kon ontwikkelen.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 31 - Quiz

Wat was de Code Napoleon?
A
Een gedragscode
B
Een oorlogsverslag
C
Een geheimtaal
D
Een wetboek

Slide 32 - Quiz

Welke blijvende invloed had Napoleon in Europa?
A
Zijn wetboeken
B
Hij verspreidde de ideeën van vrijheid, gelijkheid en broederschap
C
Overal kwam zijn familie op de troon.
D
Frankrijk vergrootte zijn grondgebied.

Slide 33 - Quiz

Verwerking leerstof 4.5
Maken 2 3 4 5 6

Slide 34 - Diapositive

Video
Clipphanger: Wie was Napoleon?

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo