c'est fini - periode 1 -1

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

les objectifs
Aan het einde van deze les: 
  • hebben we avoir en être herhaald
  • weet je hoe je de voorzetsels voor in of naar moet gebruiken
  • heb je een gesprek gevoerd over vakantie
  • heb je geoefend met vocabulaire 1

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

In en naar + landnamen
In deze les ga je leren hoe je bijvoorbeeld zegt:
Ik ga op vakantie naar Frankrijk.

Slide 4 - Diapositive

Stap 1:
De landnamen in het Frans zijn ook mannelijk of vrouwelijk. Hiervoor is een handig trucje. 

Alle landnamen die eindigen op een -e zijn vrouwelijk.

Slide 5 - Diapositive

Als je wil zeggen dat je in of naar een land gaat of bent dat vrouwelijk is zeg je het volgende:
Je suis en Belgique
Je vais en vacances en France
J'habite en Angleterre
Je vais en Allemagne

EN!!!!!

Slide 6 - Diapositive

Stap 2: De landnamen die niet eindigen op een -e zijn mannelijk.

Slide 7 - Diapositive

Als je wil zeggen dat je in of naar een land gaat of bent dat vrouwelijk is zeg je het volgende:
Je suis en Belgique
Je vais en vacances en France
J'habite en Angleterre
Je vais en Allemagne

EN!!!!!

Slide 8 - Diapositive

Stap 2: De landnamen die niet eindigen op een -e zijn mannelijk.

Slide 9 - Diapositive

Als je wil zeggen dat je in of naar een land gaat of bent dat mannelijk is zeg je het volgende:
Je vais en vacances au Maroc.
J'habite au Portugal.
Je suis au Danemark.

AU!!!!!!

Slide 10 - Diapositive

Stap 3: de landen die in het meervoud staan.

Slide 11 - Diapositive

Als je wil zeggen dat je in een land bent of naar een land gaat dat staat in het meervoud zeg je het volgende:



Je vais en vacances aux Pays- Bas.
Je suis aux Etats- Unis.
J'habite aux Antilles.

Slide 12 - Diapositive

Stap 4: Wat zou je zeggen bij plaatsnamen? (dorpen, steden)
Dat is erg makkelijk, dan zeg je à

J'habite à Leeuwarden

Slide 13 - Diapositive

samengevat:
in/naar
à voor plaatsnamen
en voor vrouwlijke landen
au voor mannelijke landen
aux voor meervouds landen

Slide 14 - Diapositive

Vul het goede voorzetsel in: J'habite .... Espagne.
A
en
B
au
C
à
D
aux

Slide 15 - Quiz

Je vais en vacances .... Etats- Unis.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 16 - Quiz

Je suis ..... Maroc.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 17 - Quiz

J'habite...... Tilburg.
A
en
B
au
C
aux
D
à

Slide 18 - Quiz

Parlons

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

leren
https://studygo.com/nl/learn/lists/174012706/c'est-fini-vocabulaire-1


Slide 21 - Diapositive