Les 6. Distributiecentrum

wie doet bij jullie thuis de boodschappen?
1 / 13
suivant
Slide 1: Carte mentale
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

wie doet bij jullie thuis de boodschappen?

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Lien

Hoe komt een supermarkt aan al zijn spullen?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Kan iedereen boodschappen doen bij een distributie centrum?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Mechanisatie
Wat betekent het woord mechanisatie?


We gaan samen het volgende filmpje bekijken: AH maakt gebruik van de allernieuwste technieken. 
Probeer tijdens het bekijken wat het voordeel hiervan is.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat is de afkorting van het woord distributiecentrum
A
DIC
B
DCC
C
DC

Slide 8 - Quiz

Een distributiecentrum:
A
Ontvangt goederen en slaat deze op om ze te brengen naar slechts 1 vestiging.
B
Ontvangt goederen en slaat goederen op, en verdeelt de goederen vervolgens over verschillende vestigingen.
C
Ontvangt goederen en slaat goederen op om ze vervolgens te brengen naar het buitenland.

Slide 9 - Quiz

Een filiaal is:
A
Een vestiging van een groter bedrijf.
B
Een zelfstandig bedrijf.
C
Een groothandel.

Slide 10 - Quiz

Hoe komen de spullen van het DC naar de filialen?
A
Filialen moeten dit zelf ophalen
B
Met vrachtwagens
C
Het wordt op de trein gezet

Slide 11 - Quiz

Zou jij in een distributiecentrum willen werken?
JA
NEE

Slide 12 - Sondage

Opdracht
Maak een word document en beantwoord de volgende vragen:
- Wat is het verschil tussen en magazijn en een distributiecentrum?
- Hebben alleen supermarkten een dc? Zo nee, wat heeft nog meer een dc
- Wat is het grootste dc van Nederland?
- Hoeveel dc's zijn er in Nederland?
- Zoek naar indelingen van het dc, lijken deze allemaal een beetje op elkaar? Zo ja, hoe lijken ze op elkaar. Zo nee, wat zijn verschillen




Slide 13 - Diapositive