Vandaag gaan we weer oefenen met lezen. Het gaat niet om de snelheid, lees de teksten die je krijgt rustig door.
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Vandaag gaan we weer oefenen met lezen. Het gaat niet om de snelheid, lees de teksten die je krijgt rustig door.
Slide 1 - Diapositive
Lees onderstaande strategie.
Deze strategie heb je nodig bij de vragen van straks.
Slide 2 - Diapositive
Lees onderstaande tekst rustig goed door. Klik op het geluidsfragment en daarna op het plaatje zodat je mee kan lezen.
Slide 3 - Diapositive
Je krijgt zo zeven slides te zien. Hierop staan zinnen uit de tekst. Zoek de zin op in de tekst en geef aan of de zin een main issue of een side issue is.
Denk aan wat je gelezen hebt bij strategie op slide 2.
Slide 4 - Diapositive
klik op het plaatje om te vergroten
The experiment lasted for one week.
A
main issue
B
side issue
Slide 5 - Quiz
klik op het plaatje om te vergroten
Some of our parents’ advice appears to be true.
A
main issue
B
side issue
Slide 6 - Quiz
klik op het plaatje om te vergroten
The teenager watched Fuller House three times.
A
main issue
B
side issue
Slide 7 - Quiz
klik op het plaatje om te vergroten
Basic technology appeared to be a daily necessity.
A
main issue
B
side issue
Slide 8 - Quiz
klik op het plaatje om te vergroten
Not using too many devices helped the environment.
A
main issue
B
side issue
Slide 9 - Quiz
klik op het plaatje om te vergroten
Without technology the teenager slept 45 minutes longer every day.
A
main issue
B
side issue
Slide 10 - Quiz
klik op het plaatje om te vergroten
The teen found out that he could have a good time without technology.
A
main issue
B
side issue
Slide 11 - Quiz
Lees de tekst op het plaatje hiernaast door er op te klikken.
Welke van onderstaande zinnen is de main issue van de tekst hiernaast.
A
All teens couldn’t live without their mobile device for a week.
B
All teens could live without their mobile device for a week.
C
Half of all teens couldn’t live without their mobile device for a week.
D
Half of all teens could live without their mobile device for a week
Slide 12 - Quiz
Op de volgende slides geef je aan wat het voordeel of nadeel is, dat benoemt wordt in de tekst, van een week je device niet gebruiken.
Slide 13 - Diapositive
Noem een nadeel uit de tekst van het gebruik van een device.
Klik op het plaatje om te vergroten.
A
less sleep
B
spending more money
C
no music
D
less time for hobbies
Slide 14 - Quiz
Noem een nadeel uit de tekst van het gebruik van een device.
Klik op het plaatje om te vergroten.
A
no basics tools like a calculator.
B
less time for sport
C
more time to subscribe on instagram
Slide 15 - Quiz
Noem een voordeel uit de tekst van het niet gebruiken van een device.
Klik op het plaatje om te vergroten.
A
less sleep
B
sleeping better
C
all day on Instagram
D
no music
Slide 16 - Quiz
Noem een voordeel uit de tekst van het niet gebruiken van een device.
Klik op het plaatje om te vergroten.
A
less time for hobbies
B
more time for hobbies
C
no time for hobbies
Slide 17 - Quiz
Noem een voordeel uit de tekst van het niet gebruiken van een device.
Klik op het plaatje om te vergroten.
A
spending money
B
losing money
C
saving money
Slide 18 - Quiz
Op de volgende slides kies je de juiste vertaling bij het woord dat je ziet staan.
Slide 19 - Diapositive
device
A
apparaat
B
servies
C
teevee
D
advies
Slide 20 - Quiz
entire
A
ingang
B
complete
C
incomplete
D
entree
Slide 21 - Quiz
acknowledge
A
herkennen
B
bijl wetenschap
C
ontkennen
D
erkennen
Slide 22 - Quiz
necessity
A
noodzakelijkheid
B
nootzakelijkheid
C
aardigheid
D
naastigheid
Slide 23 - Quiz
occasion
A
genegenheid
B
gelegenheid
C
aude auto
D
werkelijkheid
Slide 24 - Quiz
immediately
A
direct
B
straks
C
later
D
over een poosje
Slide 25 - Quiz
revelation
A
gesloten baring
B
gelijkmatig
C
openbaring
D
niets bijzonders
Slide 26 - Quiz
earning
A
oorring
B
verdienen
C
leren
D
eigen
Slide 27 - Quiz
freak out
A
flipper
B
flipperen
C
flippen
D
raar uit
Slide 28 - Quiz
once
A
twee keer
B
ons
C
een keer
D
honderd gram
Slide 29 - Quiz
everyday life
A
dagelijks leven
B
dagelijks lijf
C
dagelijks levend
D
dagelijks lijflijk
Slide 30 - Quiz
Op de volgende slides vul je het juiste woord in de zin in.
Slide 31 - Diapositive
My cell phone is a ............... I can’t live without.
A
deny
B
device
C
dievise
D
devyse
Slide 32 - Quiz
You can’t .........that he’s the best blogger ever.
A
dienei
B
diny
C
deny
D
denny
Slide 33 - Quiz
I prefer to .......... Netflix shows rather than flip through 500 channels
A
binge-watch
B
binsj-watch
C
bins-watch
D
binge-watsj
Slide 34 - Quiz
His vlogs have affected an ...... generation of young Americans.
A
entree
B
entire
C
one
D
entry
Slide 35 - Quiz
She posted a video online especially for the ...................
A
occasion
B
ooccassion
C
okassion
D
okkasion
Slide 36 - Quiz
Dinner was served ...................... after the ceremony.
A
iemiediatlie
B
imidiatly
C
immiedieatley
D
immediately
Slide 37 - Quiz
Do you ................... that you caused this mess?
A
acknowledge
B
eknowledge
C
ecknoledge
D
aknowledg
Slide 38 - Quiz
Well done, great job!
Voor de volgende les leer je van Chapter 5 de theme words H met slim stampen.