Rekenen 3F OP3 Week 6

Rekenen 3F



Domein 3
Herhaling
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Rekenen 3F



Domein 3
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Domeintoets 3
- Laatste domeintoets!
- In week 8 (houd het rooster in de gaten)

- Gemiddelde van de 4 domeintoetsen moet 5,5 zijn
- Gemiddeld een 5,5 of hoger? Dan mag je het examen gaan maken. 

Slide 2 - Diapositive

Deze les: Herhaling

  • Lengtes
  • Oppervlaktes
  • Inhouden
  • Snelheden
  • Tijden
  • Schaal

Slide 3 - Diapositive

Herhaling domein 3
Lengtes, Oppervlaktes en Inhouden

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

85mm= ..... dm
A
8,5
B
8500
C
0,085
D
0,85

Slide 6 - Quiz

25dm= ..... m
A
2,5
B
0,25
C
250
D
2.500

Slide 7 - Quiz

2,1 meter - 135 cm= .... m

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Oppervlakte
= Lengte x Breedte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

90,5 dm2= .... cm2
A
0,00905
B
9,05
C
900,5
D
9.050

Slide 12 - Quiz

5 hm2= ... km2
A
500
B
0,05

Slide 13 - Quiz

Van een langwerpige kamer is de lengte 1200 cm en de breedte 550 cm. Je wilt graag een nieuwe vloer plaatsen en die kost 25 euro per vierkante meter.

Wat kost deze vloer je?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Inhoud
= Lengte x Breedte x Hoogte

Slide 17 - Diapositive

200L= ... m³

Slide 18 - Question ouverte

500 dm3=.... mL
A
0,05
B
5
C
500.000
D
50.000

Slide 19 - Quiz

Je gaat met Pasen koken voor de familie en hebt voor verschillende recepten melk nodig, namelijk:
- 10 dL
- 60 cL
- 1,5 L
- 500 mL

Heb je genoeg aan twee pakken melk van 1,5 L?

A
JA
B
NEE

Slide 20 - Quiz

Een zwembad heeft de afmetingen 5 x 2 x 12 meter. Je wilt het zwembad vullen tot 10 cm onder de rand. Hoeveel liter water heb je nodig?

Slide 21 - Question ouverte

Herhaling domein 3
Snelheden, Tijden en Schaal

Slide 22 - Diapositive

120 km/uur= ... m/s
A
15,33 m/s
B
10,67 m/s
C
432 m/s
D
33,33 m/s

Slide 23 - Quiz

17 m/s= ... km/uur
A
61,2 km/uur
B
47 km/uur
C
4,7 km/uur
D
612 km/uur

Slide 24 - Quiz

Van een kaart is dit de schaal:
1 : 11.000.000.

In werkelijkheid is de afstand 600 km. Wat is de afstand op de kaart? Rond af op één decimaal.


Slide 25 - Question ouverte

Je rijdt elke dag naar school 15 km met de auto en doet daar 20 minuten over.
Wat is je snelheid in km/uur?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive