LOS VERBOS: MET KLINKERWISSELING VAN E-->IE

LOS VERBOS: WERKWOORDEN MET KLINKERERWISSELING VAN E-->EI
DOEL: Aan het einde van de les ken je 3 werkwoorden met een klinkerverandering E--> IE en ken je de regels.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

LOS VERBOS: WERKWOORDEN MET KLINKERERWISSELING VAN E-->EI
DOEL: Aan het einde van de les ken je 3 werkwoorden met een klinkerverandering E--> IE en ken je de regels.

Slide 1 - Diapositive

BRON G: Los verbos
Bij de vervoeging van sommige Spaanse werkwoorden verandert de stam van het werkwoord. Er treedt klinkerwisseling op van e-->ie.
In de woordenboek wordt deze klinkerverandering aangegeven door (ie) achter het hele werkwoord.

Slide 2 - Diapositive

timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

Significado: BEGINNEN
A
Perder
B
Empezar
C
preferir
D
pensar

Slide 4 - Quiz

Ellos - empezar
A
empezan
B
empezáis
C
empiezan
D
empezamos

Slide 5 - Quiz

Significado: VERLIEZEN
A
empezar
B
pensar
C
perder
D
preferir

Slide 6 - Quiz

Vosotros-perder
A
perdemos
B
pierden
C
perdís
D
perdéis

Slide 7 - Quiz

Tú-Perder
A
pierde
B
perdes
C
perdemos
D
pierdes

Slide 8 - Quiz

Ella-perder
A
perde
B
pierde
C
pierdes
D
perdes

Slide 9 - Quiz

significado: liever willen
A
perder
B
pensar
C
preferir
D
querer

Slide 10 - Quiz

Kies en schrijf de juiste werkwoordsvorm:

Vamos a comer algo, ¿no? ¿vosotros qué pensáis/pensamos ?

Slide 11 - Question ouverte

Kies en schrijf de juiste werkwoordsvorm:

Gracias a una dieta, mi abuelo pierde/perde peso.

Slide 12 - Question ouverte

Kies en schrijf de juiste werkwoordsvorm:

No me gusta la carne, prefiero/prefiro el pescado.

Slide 13 - Question ouverte

Kies en schrijf de juiste werkwoordsvorm:

El cumpleaños empeza/empieza a las 20:00h.

Slide 14 - Question ouverte

Mi amigo y yo (preferir) una Coca Cola bien fría.
A
preferemos
B
preferís
C
prefieren
D
preferimos

Slide 15 - Quiz

Mi hermano (querer) postre, pero mis padres quieren café.
A
quere
B
quiere
C
quieres
D
queres

Slide 16 - Quiz

¿ A qué hora (empezar) la clase?
A
empiezo
B
empieza
C
empezas
D
empezamos

Slide 17 - Quiz

Yo- preferir

Slide 18 - Question ouverte

Él-pensar

Slide 19 - Question ouverte

Tú-preferir

Slide 20 - Question ouverte

Ustedes-empezar

Slide 21 - Question ouverte

usted - preferir

Slide 22 - Question ouverte

Ella-perder

Slide 23 - Question ouverte

Nosotros-pensar

Slide 24 - Question ouverte

nosotros-preferir

Slide 25 - Question ouverte

vosotros-preferir

Slide 26 - Question ouverte

ellos-querer

Slide 27 - Question ouverte

tú-querer

Slide 28 - Question ouverte

ellos-preferir

Slide 29 - Question ouverte

Schrijf de SP vertalingen van:
1-Empezar; 2-perder; 3-preferir; 4-pensar; 5-querer

Slide 30 - Question ouverte

Ik heb deze les actief meegedaan aan de les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage