2.8 Grammatica woordsoorten les 2

2.8 Grammatica woordsoorten les 2
Klascode

trofi
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.8 Grammatica woordsoorten les 2
Klascode

trofi

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kent de voegwoorden en, want, maar, dus en of.
- Je kunt het tussenwerpsel benoemen.
Klascode trofi

Slide 2 - Diapositive

Woord van de week

Stuitend

Slide 3 - Diapositive

Start les. 
Stillezen 

in een vrij leesboek, krant of tijdschrift. 




timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 2.8
1 t/m 5


Slide 5 - Diapositive

Wat is een voegwoord?

Slide 6 - Question ouverte

Voegwoord
1. Tussen twee zinsdelen
Hebben jullie een kat en een hond?

2. Tussen twee zinnen van een samengestelde zin.
HZ+HZ= en, want, maar, dus of
HZ+BZ= ...............................

Slide 7 - Diapositive

Tussenwerpsel (tsw)
  1. Een uitdrukking van een gevoel; (Ach, joh)
  2. een klanknabootsing; (wham!, ssssst!)
  3. een woord om de aandacht te trekken. (Hé, hè)

Slide 8 - Diapositive

Tussenwerpsel (tsw)
Heeft geen onmisbare functie in de zin, je kunt het weglaten.

Het maakt geen deel uit van de zin, het wordt ervan gescheiden door een leesteken.

Ach, wat een verdrietig nieuws.
Wham! De deur sloeg dicht.
Neem er nog eentje, welja!
Jongens, sssst, de film begint.

Slide 9 - Diapositive

Even opfrissen
 lw (lidwoord) – bn (bijvoeglijk naamwoord) – zn (zelfstandig naamwoord) – vz (voorzetsel) – vw (voegwoord) – hww (hulpwerkwoord) – zww (zelfstandig werkwoord) – psv (persoonlijk voornaamwoord) – bzv (bezittelijk voornaamwoord) – av (aanwijzend voornaamwoord) – ohtw (onbepaald hoofdtelwoord) – bhtw (bepaald hoofdtelwoord) – tsw (tussenwerpsel)

Zie overzicht achterin je boek blz. 254

Benoem de woorden in de volgende  (enkelvoudige) zin:
Pfiew... volgens de buurman was het beestje een ongevaarlijke jonge Chileense vogelspin. 


Slide 10 - Diapositive

Benoem in onderstaande zin elk woord. Kies uit: lw - bn - zn - vz - vw - hww - kww - zww - psv - bzv - av - ohtw - bhtw - tsw

Pfiew... volgens de buurman was het beestje een ongevaarlijke jonge Chileense vogelspin.

Slide 11 - Question ouverte

Huiswerk
Opdracht 2.8

7, 9a en 10


Slide 12 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kent de voegwoorden en, want, maar, dus en of.
- Je kunt het tussenwerpsel benoemen.
Klascode trofi

Slide 13 - Diapositive