intro ethiek 2

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

1. Spontane reacties bij goed en kwaad lopen doorgaans volgens ...

1. spontaan-normatief-emotioneel
2. bedachtzaam-normloos-emotioneeol
3. spontaan-normatief-rationeel
4. bedachtzaam-rationeel-oordelend

2. Dat wat we belangrijk vinden en nastreven. Dit is een definitie van ....

1. normen
2. waarden
3. deugden
4. moraal

3. Het gedrag dat voortvloeit uit onze waarden zijn .....

1. deugden
2. normen
3. moraal
4. beschrijvingen

4. Het geheel van waarden en normen dat ons handelen richting geeft. Dit is een definitie van ...

1. deugden
2. waarden
3. descriptief
4. moraal

5. Menselijke eigenschappen die we waarderen noemen we ...

1. waarden
2. normatieven
3. deugden
4. ethieken

6. Een waarde kan hetzelfde zijn als een deugd.

1. waar
2. niet waar

7. Beschrijven hoe normen en waarden binnen en gemeenschap leven. Dit noemt men:

1. Beschrijvende/ descriptieve ethiek
2. Normatieve ethiek
3. Moraliseren
4. Oordelende ethiek

8. Beschrijven hoe bepaalde normen en waarden voorrang hebben op andere normen en waarden. Dus beschrijven wat er anders of beter moet.
Dit noemt men:

1. Beschrijvende/ descriptieve ethiek
2. Normatieve/ prescriptieve ethiek
3. Moraliseren
4. Oordelende ethiek

9. Abortus is een ethisch onderwerp.

1. Waar
2. Niet waar

10. We moeten samen met andere landen en culturen bepalen wat de juiste waarden en normen zijn.
Dit is een voorbeeld van:

1. Cultuur-relativisme
2. Universalisme

11. Oeganda mag zelf weten hoe ze met homoseksuele inwoners omgaan. Zij hebben andere waarden en normen.
Dit is een voorbeeld van:

1. Cultuur-relativisme
2. Universalisme

12. Bij ethiek denk je systematisch en rationeel na over wat juist (goed) of onjuist (kwaad) is.

1. waar
2. niet waar

13. Welk van de onderstaande is GEEN ethische theorie?

1. gevolgenethiek-utilisme
2. Plichtethiek
3. Deugdethiek
4. Waardenethiek

14. Een ethische theorie beschrijft een manier om de vraag of iets juist (goed) of onjuist (kwaad) te beredeneren.

1. waar
2. niet waar

drie ethische theorieën

Gevolgenethiek

Er wordt een afweging gemaakt tussen alle voordelen en nadelen gemaakt. Wat het zwaarst weegt geeft de dooorslag. 

Plichtethiek

Je gevoel, je geweten, je innerlijke stem geeft aan wat de juiste handeling is. Je kijk NIET naar de mogelijke gevolgen maar handelt puur vanuit je plichtsgevoel bij een handeling.

Deugdethiek 

De keuze die ik maak bij een ethische dilemma is erop gericht mijn karakter te ontwikkelen.