H2 8.4 Je bloedsomloop (1)

8.4 De bloedsomloop
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

8.4 De bloedsomloop

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
Hoe ver zijn we?
Lesdoelen bespreken
8.3 Onderdelen van het hart
8.4: Verschillende bloedvaten

Slide 2 - Diapositive

Is er iets dat je mist bij biologie?
timer
1:30

Slide 3 - Question ouverte

timer
1:30
Bloed/bloedsomloop

Slide 4 - Carte mentale

Wat moeten we nog?
Laatste stukje 8.3 (Onderdelen hart) (15-3)
8.4 (soorten bloedvaten) (15-3)
8.4 (kleine en grote bloedsomloop) (17-3)
8.4 (hoe heten de bloedvaten?) (17-3)
8.4 (bloeddruk) (17-3)

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Na vandaag kan je de onderdelen van het hart benoemen in een afbeelding
  2. Na vandaag kan je uitleggen welke soorten bloedvaten je hebt en hoe je deze kan herkennen

Slide 6 - Diapositive

Onderdelen hart

Slide 7 - Diapositive

Hartkleppen
A
Liggen aan het begin van een slagader
B
Zijn ruimtes in het hart waar slagaders beginnen
C
Liggen tussen de boezem en de kamer
D
Zijn ruimtes in het hart waar aders uitkomen

Slide 8 - Quiz

Boezem
A
Liggen aan het begin van een slagader
B
Zijn ruimtes in het hart waar slagaders beginnen
C
Liggen tussen de boezem en de kamer
D
Zijn ruimtes in het hart waar aders uitkomen

Slide 9 - Quiz

Kamer
A
Liggen aan het begin van een slagader
B
Zijn ruimtes in het hart waar slagaders beginnen
C
Liggen tussen de boezem en de kamer
D
Zijn ruimtes in het hart waar aders uitkomen

Slide 10 - Quiz

Slagaderkleppen
A
Liggen aan het begin van een slagader
B
Zijn ruimtes in het hart waar slagaders beginnen
C
Liggen tussen de boezem en de kamer
D
Zijn ruimtes in het hart waar aders uitkomen

Slide 11 - Quiz

Hoe klopt het hart?

Slide 12 - Diapositive

Kransslagaders rond het hart

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slagaders
1: Dikke wand, de bloeddruk is hier hoog want het vat komt van het hart af. Het hart pompt het bloed door de slagaders.

2. Gaat van het hart naar een orgaan en is zuurstofrijk.
(longslagader uitzondering, want in de longen komt het zuurstof pas in het bloed)

Grootste slagader is de aorta

Slide 15 - Diapositive

Haarvaatjes: verdelen bloed over het orgaan/de spier

Slide 16 - Diapositive

Aders
1.Dunne wand, het bloed komt uit de organen, dus de bloeddruk is laag

2. Van het orgaan naar het hart en is zuurstofarm (de long ader is de uitzondering want in de longen is er zuurstof in het bloed gegaan)

3. Hij heeft kleppen als hiernaast, omdat de bloeddruk zo laag is. Anders zou al het bloed naar je benen terugzakken.

Slide 17 - Diapositive

Door kleppen in de bloedvaten kan bloed maar in 1 richting stromen...
Supermarkt poortjes

Slide 18 - Diapositive

Slagader
Ader
Haarvat

Slide 19 - Question de remorquage

Waarom stroomt bloed in de goede richting?
A
Bloed kan maar in 1 richting stromen
B
Door deuren in de aders
C
Door "kleppen" in de aders
D
Bloed met zuurstof gaat naar de spier

Slide 20 - Quiz

Waar stroomt bloed MET zuurstof naartoe?
A
Naar de hersenen
B
Naar de spier
C
Naar de long
D
Naar een plek waar energie nodig is

Slide 21 - Quiz

Door welk type bloedvat stroomt bloed met zuurtof?
A
Door urinebuis
B
Door de slagader
C
Door ader
D
Door slagader & haarvat

Slide 22 - Quiz

De dokter tapt bloed af uit jouw ader. Wat zit er in DAT bloed?
A
Zuurstof
B
Rode bloedcellen
C
Geen zuurstof
D
Koolstof-dioxide (CO2)

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
Online maken:
8.4 Je bloedsomloop
Opdracht 3, 5, 6
Maken op je laptop en verbeteren als je het fout hebt

Ben je klaar met deze opdrachten? --> Lees de tekst op blz 54 t/m 57

Slide 24 - Diapositive