Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
De Werking van Zintuigen
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je de werking van zintuigen beschrijven, de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel, en uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen.
Slide 2 - Diapositive
Deze slide bevat de leerdoelen van de les. Bespreek de leerdoelen met de leerlingen en zorg ervoor dat ze aan het eind van de les begrijpen wat er van hen wordt verwacht.
Wat weet jij al over de zintuigen?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn zintuigen?
Zintuigen zijn de organen die ons in staat stellen om de wereld om ons heen waar te nemen.
Slide 4 - Diapositive
Leg uit wat zintuigen zijn en bespreek kort welke zintuigen er zijn.
De ogen
De ogen bevinden zich in de oogkassen en kunnen licht waarnemen.
Slide 5 - Diapositive
Beschrijf de werking van de ogen en vraag de leerlingen waar de ogen zich bevinden.
Het oor
Het oor bevindt zich aan de zijkant van het hoofd en kan geluidsgolven waarnemen.
Slide 6 - Diapositive
Beschrijf de werking van het oor en vraag de leerlingen waar het oor zich bevindt.
De neus
De neus bevindt zich op het gezicht en kan geuren waarnemen.
Slide 7 - Diapositive
Beschrijf de werking van de neus en vraag de leerlingen waar de neus zich bevindt.
De tong
De tong bevindt zich in de mond en kan smaken waarnemen.
Slide 8 - Diapositive
Beschrijf de werking van de tong en vraag de leerlingen waar de tong zich bevindt.
De huid
De huid bevindt zich over het hele lichaam en kan druk, temperatuur en pijn waarnemen.
Slide 9 - Diapositive
Beschrijf de werking van de huid en vraag de leerlingen welke prikkels de huid kan waarnemen.
Prikkel
Een prikkel is een verandering in de omgeving die door een zintuig kan worden waargenomen.
Slide 10 - Diapositive
Leg uit wat een prikkel is en geef voorbeelden van prikkels.
Zintuig en prikkel
Elk zintuig is gespecialiseerd in het waarnemen van een bepaalde prikkel.
Slide 11 - Diapositive
Beschrijf de relatie tussen zintuig en prikkel en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven.
Zenuwimpuls
Een zenuwimpuls is een elektrisch signaal dat door zenuwcellen wordt overgebracht.
Slide 12 - Diapositive
Leg uit wat een zenuwimpuls is en hoe deze wordt overgebracht.
Zintuigen en zenuwimpulsen
Als een zintuig een prikkel waarneemt, wordt deze omgezet in een zenuwimpuls die naar de hersenen wordt gestuurd.
Slide 13 - Diapositive
Beschrijf de werking van zintuigen en zenuwimpulsen en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven.
De hersenen
De hersenen verwerken de zenuwimpulsen en zorgen ervoor dat we de prikkels kunnen waarnemen.
Slide 14 - Diapositive
Beschrijf kort de werking van de hersenen en hun rol bij het waarnemen van prikkels.
Opdracht: Zintuigen en prikkels
Laat de leerlingen in groepjes van twee of drie zintuigen en hun bijbehorende prikkels opschrijven. Laat ze vervolgens de lijstjes met elkaar vergelijken.
Slide 15 - Diapositive
Geef de leerlingen de opdracht om in groepjes zintuigen en prikkels op te schrijven en deze met elkaar te vergelijken. Zo kunnen ze hun kennis toetsen en elkaar helpen.
Opdracht: Zintuigen en ligging
Laat de leerlingen in groepjes van twee of drie de ligging van de zintuigen op het lichaam tekenen. Laat ze vervolgens hun tekeningen met elkaar vergelijken.
Slide 16 - Diapositive
Geef de leerlingen de opdracht om in groepjes de ligging van de zintuigen op het lichaam te tekenen en deze met elkaar te vergelijken. Zo kunnen ze hun kennis toetsen en elkaar helpen.
Voorbeeld: Zien
Bij het zien vangt het netvlies in het oog licht op en stuurt dit als zenuwimpuls naar de hersenen.
Slide 17 - Diapositive
Geef een voorbeeld van hoe een zintuig werkt en vraag de leerlingen om voorbeelden van andere zintuigen te geven.
Voorbeeld: Horen
Bij het horen vangt het oor geluidsgolven op en stuurt dit als zenuwimpuls naar de hersenen.
Slide 18 - Diapositive
Geef een voorbeeld van hoe een zintuig werkt en vraag de leerlingen om voorbeelden van andere zintuigen te geven.
Voorbeeld: Ruiken
Bij het ruiken vangt de neus geurdeeltjes op en stuurt dit als zenuwimpuls naar de hersenen.
Slide 19 - Diapositive
Geef een voorbeeld van hoe een zintuig werkt en vraag de leerlingen om voorbeelden van andere zintuigen te geven.
Voorbeeld: Voelen
Bij het voelen vangt de huid druk, temperatuur en pijn op en stuurt dit als zenuwimpuls naar de hersenen.
Slide 20 - Diapositive
Geef een voorbeeld van hoe een zintuig werkt en vraag de leerlingen om voorbeelden van andere zintuigen te geven.
Afsluiting
We hebben vandaag geleerd over de werking van zintuigen, de zintuigen zelf en hoe ze prikkels omzetten in zenuwimpulsen. Goed gedaan!
Slide 21 - Diapositive
Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de leerlingen complimenten voor hun werk.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 22 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 23 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 24 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.