prepositions of time and place (on/in/at)

Prepositions
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Prepositions

Slide 1 - Diapositive

What are they?
I left my drink on the table.
He is at home
She is waiting for me in the classroom.
Christmas is always in December.

Slide 2 - Diapositive

In / At / On
Time
Place
IN = ergens in
We're in the cinema

AT = erbij/bij 
We're at the cinema

ON = ERBOVENOP
We're ON the cinema?!
IN = lange periodes/over
In August, in 10 minutes

AT = specifieke tijd
At four o'clock, at noon

ON = dagen/data
On a Monday, On 5 June

Slide 3 - Diapositive

Tijd: AT, ON, IN
At gebruik je bij specifieke tijden:
• om 4 uur » at 4 o'clock
• om 12.15 uur » at 12.15
• uitzondering: in het weekend » at the weekend (UK)
On gebruik je bij dagen en data:
• op maandagen » on Mondays
• op 25 december » on the 25th of December
• uitzondering: in een weekend » on a weekend (USA)
In gebruik je gedurende periodes:
• in de ochtend » in the morning
• in juni » in June

Plaats: AT, ON, IN 
At gebruik je bij huisnummers en gebouwen:
• op nummer 14 » at number 14
• op school » at school
• op het vliegveld » at the airport
On gebruik je bij wegen en oppervlaktes:
• in de Rivierstraat » on River Street
• op de grond » on the ground
• op het dak » on the roof
In gebruik je bij steden, provincies, landen, continenten en in ruimtes:
• in Amsterdam » in Amsterdam
• in Schotland » in Scotland
• in Zuid-Amerika » in South-America

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

IN
ON
AT
The Evening, The morning
Winter, 2006, July

Wednesday, My birthday,
Sunday morning, Saturday, 
July 2nd, Christmas
the tapas restaurant, night, midday, 12:30

Slide 6 - Question de remorquage

I was born ............ January.
A
In
B
On
C
At
D
By

Slide 7 - Quiz

I always go skiing ........ the winter.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 8 - Quiz

The exercise is ........ page 53.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 9 - Quiz

on
in
at
1997
the forest
the table
Sunday
Thanksgiving
Develsingel 5
the metro
autumn

Slide 10 - Question de remorquage

Choose between on/in/at:
I'll see you .... 11 am!

Slide 11 - Question ouverte

Choose between on/in/at:
I was born ... 7 August 2002.

Slide 12 - Question ouverte

Choose between on/in/at:
He put the book ... the desk.

Slide 13 - Question ouverte

I know the difference between on/in/at
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage