H7.2 Bartimeüs

H7: Ontmoetingen met Jezus
Jezus veranderde levens
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H7: Ontmoetingen met Jezus
Jezus veranderde levens

Slide 1 - Diapositive

Cijfers brochureopdracht

Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma:
Les 1: Zacheus                        - acceptatie
Les 2: Bartimeüs                    - genezing
Les 3: Legioen                         - bevrijding
Les 4: dochter van Jaïrus   - opstanding
Les 5: SO / werkles
Les 6: werkles 

Slide 3 - Diapositive

Terugblik:

Slide 4 - Diapositive

Jezus bracht een boodschap van
A
radicaal verzet
B
radicale inzet en ijver
C
onvoorwaardelijke liefde

Slide 5 - Quiz

Hoe werden de belastingambtenaren in Jezus' tijd genoemd?
A
Farizeeën
B
Tollenaars
C
Belastinginners
D
halve Romeinen

Slide 6 - Quiz

Wat is er volgens Zacheüs anders aan Jezus?

Slide 7 - Question ouverte

Geef een ander woord voor Messias.
A
herder
B
redder
C
bemoeial
D
slaaf

Slide 8 - Quiz

Vandaag leer je:
...Wat Jezus bedoelt met het 'Koninkrijk van God'.
...beschrijven wat een wonder is. 
...hoe Jezus het leven van Bartimeüs heeft veranderd. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat hebben deze uitspraken met elkaar gemeen?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Wat zou jij een wonder noemen?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Marina wil niet als gehandicapt worden gezien. Ze kan gelukkig bijna alles en er zijn veel hulpmiddelen waardoor dit kan.

Vroeger had blind zijn een enorme impact op iemands leven. In Jezus' tijd werd je buiten de sociale gemeenschap gesloten.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Lees pag. 98
Waarom Jezus geneest.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Volgende week:
Jezus geneest zieken

Slide 20 - Diapositive

Wat is niet waar voor een wonder?
A
Je kunt het verklaren
B
Je bent er van onder de indruk
C
Het kan iets heel bijzonders zijn
D
Het kan iets heel normaals zijn

Slide 21 - Quiz

Als Jezus zieken geneest, valt het volgende op:
A
Hij geneest mensen die eigenlijk niet te genezen zijn
B
Jezus stuurt soms mensen weg
C
Hij gebruikt hulpmiddelen of formules
D
het kost geld

Slide 22 - Quiz