M1 tekst Gezond moestuintje

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

bespreken tekst Gezond moestuintje

oefentoets bij Lezen hoofdstuk 4 1 t/h

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. Albert Heijn-actie
2. moestuinpotjes
3. moestuinieren
4. wroeten in de aarde

Op welke manier maak in je in de eerste alinea kennis met het onderwerp?

1. Er worden vragen gesteld.
2. Er wordt een anekdote verteld.
3. Er wordt een probleem genoemd.
4. Er wordt een voorbeeld gegeven.

Wat was voor de schrijver zeer waarschijnlijk de aanleiding om over het onderwerp te schrijven?

1. Jesper heeft voor het eerst zelf gekweekte tuinkers gegeten.
2. De populaire Albert Heijn-actie mini-moestuinpotjes.
3. De drukte bij tuincentra.
4. Het televisieprogramma Van Hollandse bodem.

'Waar komt die nieuwe waardering van de moestuin vandaan?' (al. 2) In welke alinea krijg je (als eerste) antwoord op deze vraag?

1. alinea 2
2. alinea 3
3. alinea 4
4. alinea 5

Welke alinea laat vooral zien hoe populair moestuinieren is?

1. alinea 2
2. alinea 3
3. alinea 4
4. alinea 5

Past het tussenkopje 'Weet wat je eet' goed boven alinea 4 en 5?

1. Ja, want in die alinea’s geeft de schrijver uitleg over het verbouwen van groente en het ontstaan van voedselschandalen.
2. Ja, want in die alinea’s noemt de schrijver redenen waarom mensen bewust willen eten en zelf groenten willen verbouwen.
3. Nee, want alleen in alinea 5 heeft de schrijver het over zelf groente verbouwen en dat mensen die dat doen om dichter bij de natuur staan.
4. Nee, want in beide alinea’s legt de schrijver ook uit waarom volkstuinen mensen bewust maken van wat gezonde groenten zijn.

Noteer drie redenen waarom steeds meer mensen een volkstuin willen.

Volgens onderzoekster Esther Veen van de Universiteit Wageningen is deze trend al een paar jaar aan de gang.’ (al. 4) Wat betekent het woord ‘trend’ in deze zin?

1. een manier van doen
2. een ontwikkeling
3. iets wat al lang voorbij is
4. iets wat vaker voorkomt

Wat staat er vooral in het slot van de tekst?

1. Een advies van de schrijver.
2. Blik gericht op de toekomst.
3. Een eindoordeel van een deskundige.
4. Een samenvatting van de hele tekst.

Wat is het belangrijkste waarover de tekst je wil informeren?

1. Over de recente voedschandalen in Nederland.
2. Over de reden waarom moestuinieren zo populair is.
3. Over de risico's van het zelf groente verbouwen.
4. Over de populaire acties van supermarktketen Albert Heijn.