4.4 Een zorg minder?

4.4 Een zorg minder
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.4 Een zorg minder

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • Je kunt uitleggen waarvoor je een zorgverzekering nodig hebt.
  • Je kunt uitleggen hoe de zorgverzekering betaalbaar blijft.
  • Je kunt uitleggen hoe solidariteit een rol speelt bij zorgverzekeringen.
  • Je kunt uitleggen waarop je moet letten bij een hoger eigen risico.

Slide 2 - Diapositive

Theorie

Slide 3 - Diapositive

Zorgverzekering

Slide 4 - Diapositive

Hoge premies
De zorg is duur! Hierdoor is de premie hoog.
  • De overheid bepaalt het basispakket.
  • Verzekeraars: acceptatieplicht voor basisverzekering --> weinig concurrentie mogelijk.
  • Verzekeraars sluiten contracten af met zorgverleners. Doel ervan: kosten beperken.
  • Bij aanvullende verzekering: concurrentie tussen verzekeraars. Geen acceptatieplicht.

Slide 5 - Diapositive

De overheid helpt
Bij een laag inkomen: 
recht op zorgtoeslag = een bijdrage van de overheid in de kosten van je zorgverzekering.

Aanvragen bij de Belastingdienst.

Slide 6 - Diapositive

Eigen risico
Verplicht eigen risico voor iedereen (€ 385 per jaar).
Doel: afremmen van de vraag naar zorg.

Vrijwillig extra eigen risico van max. € 500 (totaal dus € 885) per jaar.
Voordeel: de premie wordt lager.
Voorwaarde: je moet genoeg geld achter de hand hebben.


Slide 7 - Diapositive

Solidariteit
Solidariteit = mensen delen de risico’s, de sterken helpen de zwakken.
Solidariteit bij de zorgverzekering (basisverzekering): iedereen betaalt eraan mee, of je nu veel of weinig zorg nodig hebt.

Slide 8 - Diapositive

Snappen we het?

Slide 9 - Diapositive

Roterende rijen

Slide 10 - Diapositive

Roterende rijen

Slide 11 - Diapositive

Hoe noem je de verzekering die je betaald voor je gezondheidszorg?
A
Zorgtoeslag
B
Huurtoeslag
C
Zorgverzekering
D
Toeslag

Slide 12 - Quiz

Zorgtoeslag aanvragen. Waar wordt niet naar gekeken als je een zorgtoeslag aanvraagt?
A
Je inkomen
B
Je leeftijd
C
Je vermogen; spaargeld, bezittingen etc.
D
De kosten van je verzekering

Slide 13 - Quiz

Is een zorgverzekering verplicht?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Premie is het geld dat je terugkrijgt van de zorgverzekering.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen.
Je betaalt dan:

A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie
D
dezelfde premie

Slide 16 - Quiz

De huisarts valt
A
wel onder het eigen risico
B
niet onder het eigen risico

Slide 17 - Quiz

Wat is het verplichte onderdeel van de zorgverzekering?
A
De basisverzekering en het verplichte eigen risico
B
De aanvullende verzekering en het verplichte eigen risico
C
De basisverzekering en het vrijwillige eigen risico
D
De aanvullende verzekering en het verplichte eigen risico

Slide 18 - Quiz

Als je bijna nooit ziek bent neem je een zorgverzekering met een ... en waarom?
A
Hoog eigen risico
B
Laag eigen risico

Slide 19 - Quiz

Een ander woord voor een verzekeringsovereenkomst is:
A
Polis
B
Eigen risico
C
Verzekering
D
Premie

Slide 20 - Quiz

Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de zorgtoeslag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Wat is zorgtoeslag?
A
een bedrag dat verzekeraars betalen
B
een bedrag dat de verzekernemer betaalt
C
een bedrag dat je betaalt wanneer je zorg gebruikt
D
een bijdrage van de overheid om de zorgkosten te kunnen betalen

Slide 22 - Quiz

Een ander woord voor verzekeringsmaatschappij is ...
A
Verzekeraar
B
Verzekerde

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
Paragraaf 4.4 vraag 1 t/m 11
Rekenen blz. 13 vraag 15 t/m 18 
Herhalingsopgave          of            plusopdrachten
Vraag 23 t/m 28           of             vraag 21 t/m 26

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo