5.4/6.4 Onweer

KBL 6.4 Onweer
BBL 5.4 Extreem weer
Volgende week donderdag de toets
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

KBL 6.4 Onweer
BBL 5.4 Extreem weer
Volgende week donderdag de toets

Slide 1 - Diapositive

Degene die toets herkansen:
14.05 in 1.60b

Slide 2 - Diapositive

Voor vandaag
  • Vorige les  
  • Uitleg 5.4/6.4
  • Opdrachten maken bij 5.4/6.4  
  • Lesafsluiting

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen 5.2/6.3 Neerslag
  • Ik weet hoe neerslag ontstaat
  • Ik weet wanneer neerslag valt
  • Ik weet wanneer het sneeuwt/ hagelt

Slide 4 - Diapositive

Wat is de fase van ijzel?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 5 - Quiz

Welke uitspraak over sneeuw is waar?
A
Sneeuw bestaat uit kristallen.
B
Sneeuw is geen neerslag.
C
Sneeuw is een soort ijzel.
D
Sneeuw is waterdamp.

Slide 6 - Quiz

Wat is de fase van sneeuw?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 7 - Quiz

Klopt de volgende bewering?
Sneeuwvlokken ontstaan uit ijskristallen die tijdens het rijpen van waterdamp in een wolk.
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Als het hagelt, is water in de:
A
vaste toestand
B
vloeibare toestand
C
gasvormige toestand

Slide 9 - Quiz

wat is allemaal neerslag
A
regen, sneeuw en zon
B
wolken, zon, regen
C
dauw, ijzel, rijp, regen
D
hagel en wolken

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen 5.4/6.4
  • Ik kan uitleggen hoe onweer ontstaat.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen bliksem en donder
  • Ik kan uitrekenen hoe ver bliksem van mij is verwijderd.
  • Ik weet hoe ik mijzelf kan beschermen bij onweer

Slide 11 - Diapositive

Wat komt eerst? donder of bliksem
A
Donder
B
Bliksem

Slide 12 - Quiz

Ik kan uitleggen hoe onweer ontstaat.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen bliksem en donder
Filmpje

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Hoe ontstaat onweer?
  • Door botsen warme/ koude lucht ontstaat wrijving 
  • Hierdoor positief en negatief geladen hagelstenen/ ijsdeeltjes
  • Groot verschil in elektrische spanning 

Slide 15 - Diapositive

Hoe ontstaat onweer?
  • Een wolk kan zich opladen zoals bij een batterij gebeurd
  • Hoe warmer de opstijgende lucht, hoe groter de kans op onweer 
  • Wolk kan 10 km hoog zijn

Slide 16 - Diapositive

Wat is bliksem, wat donder?
  • Als deeltjes wrijven, ontstaat statische elektriciteit.
  • Als het ladingsverschil groot wordt, vindt er een ontlading plaats. 
  • Deze ontlading ziet er uit als bliksem.  

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat is bliksem, wat donder?
  • Temperatuur van de flits kan tot wel 30.000 graden Celsius zijn
  • Lucht om de flits zet uit
  • Er ontstaat een geluidsgolf in alle richtingen
  • Je hoort donder


Slide 19 - Diapositive

Wat is de afstand tussen jou en bliksem?
  • Bliksem komt voor donder
  • Tijd tussen flits en donder bepaalt afstand
  • Geluidssnelheid = 343 m/s

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Ik kan uitrekenen hoe ver bliksem van mij is verwijderd.

Slide 22 - Diapositive

Snelheid berekenen
                           afstand                               
snelheid = -------------             
                               tijd                                

FORMULE VOOR AFSTAND?        

Slide 23 - Diapositive

Afstand = snelheid x tijd
  • De tijd die tussen de bliksem en donder zit is 3 seconden, wat is de afstand van jou tot de bliksem?

Slide 24 - Diapositive

voorbeeld berekening
De tijd die tussen de bliksem en donder zit is 3 seconden, wat is de afstand van jou tot de bliksem?
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • tijd = 3 sec (en geluidssnelheid = 343 m/s)
  • Afstand
  • Afstand = snelheid x tijd
  • Afstand = 343 x 3 = 1029 
  • Afstand is 1029 m 
timer
2:30

Slide 25 - Diapositive

Ik weet hoe ik mijzelf kan beschermen bij onweer

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Beschermen bij onweer
Bliksemafleider
Kooi van Faraday
Klein mogelijk maken 
Stekkers uit stopcontact. 
open veld gaan staan
zwemmen
liggen op de grond
met paraplu lopen

Slide 28 - Diapositive

Lekker in huis blijven
  • Bliksemafleider: geleid energie van bliksem naar de grond 
  • Koperen draad 
  • Doe wel even de stekkers eruit

Slide 29 - Diapositive

Wat als je buiten bent?
  • Metalen voorwerpen geleiden de stroom goed
  •  Blijf tijdens onweer uit de buurt van lantaarnpalen, ijzeren hekken enz. 
  • Bomen geleiden beter elektriciteit dan lucht

Slide 30 - Diapositive

Caravan veilig tijdens onweer?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Kooi van Faraday
  • Auto - Kooi van Faraday = het metalen omhulsel van de auto vloeit de elektrische lading naar de aarde af
  • Metaal geleidt stroom

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Aan de slag
Wat KBL: Maken 6.4 BLZ 104 opdracht 2 t/m 18
Wat BBL: Maken 5.4 BLZ 223 opdracht 2 t/m 13 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. Nakijken met nakijkboek 2. SMNV maken heel hoofdstuk

Slide 34 - Diapositive

Leerdoelen 5.4/6.4
  • Ik kan uitleggen hoe onweer ontstaat.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen bliksem en donder
  • Ik kan uitrekenen hoe ver bliksem van mij is verwijderd.
  • Ik weet hoe ik mijzelf kan beschermen bij onweer

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Vidéo

Je weet wat het weerbericht aangeeft.

Slide 39 - Diapositive

Einde van de les
  • Huiswerk KBL: Maken 6.4 BLZ 104 opdracht 2 t/m 18
  • Huiswerk BBL: Maken 5.4 BLZ 223 opdracht 2 t/m 13  
  • Volgende les: 

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 40 - Diapositive

Metingen voor weerbericht

Meteorologische stations verzamelen metingen:
- temperatuur
- windrichting
- windkracht
- luchtdruk
- luchtvochtigheid

Slide 41 - Diapositive

Het weerbericht
  • Is een VERWACHTING, geen voorspelling!
  • Tot maximaal 3 dagen nauwkeurig door invloeden van water (Noordzee en Atlantische oceaan)
  • Gaat om gemiddelden.


Slide 42 - Diapositive

Luchtvervuiling
Smog
luchtvervuiling door rook en uitlaatgassen.
Smoke + fog = smog

Slide 43 - Diapositive