2B1&2B2 10-11-21

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

English

Wednesday 10-11-21

Today

Studybox

Planning

Repetition

Exercises

Clean up and round off

Page 80

Klik hier om galgje te spelen

Verleden tijd - Past Simple

Gisteren hebben we het gehad over hoe je in het Engels zegt dat iets in de verleden tijd is gebeurt, of niet is gebeurt of hoe je vraagt of iets in de verleden tijd is gebeurt

Voorbeelden:

• I walked to school
• He saw my friend
• We didn't run to work
• Did you take my bike?

Regels
Wat zet je in het Engels achter het werkwoord om er verleden tijd van te maken?

1. -ed
2. -s
3. -te
4. -de

Hoe weet je welke werkwoorden een uitzondering zijn op die regel?

1. Dat kan je zien
2. Dat kan je horen
3. Door te leren

Welk woordje gebruik je om in de verleden tijd te zeggen dat iets niet is gebeurt?

1. Don't
2. Doesn't
3. Didn't
4. Isn't

Welk woordje zet je vooraan in de zin om te vragen of iets in de verleden tijd is gebeurt?

1. Did
2. Do
3. Does
4. Are

"To be" is de grote uitzondering omdat je daar in de verleden tijd deze woorden moet gebruiken

1. Was / were / wasn't / weren't
2. Am / Are / Is / Aren't/ isn't
3. Did was / Did were / Didn't was / Didn't were
4. Do / Does / Don't / Doesn't

Rules!

Onregelmatige werkwoorden

Work and Homework

2.2 Listening exercise 2, 4, 6, 7, 8, 9

Test jezelf 2.2