Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2E
2C
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
2C
Slide 1 - Diapositive
What do we remember?
Slide 2 - Diapositive
Goals:
Je kunt in het Engels zinsdelen in de goede volgorde zetten
Je weet wanneer je much, many, a lot of, few, a few en a little gebruikt.
Slide 3 - Diapositive
Much en many-little en few
veel en weinig
Slide 4 - Diapositive
MUCH
&
MANY
Much & Mana:
Beide betekenen "veel"
Much
: gebruiken we bij dingen die je niet kan tellen.
Zoals: love, money, food.
Bijvoorbeeld: We did not spend
much
time on his work.
Many
: gebruik je voor dingen die je wel kunt tellen.
bijvoorbeeld: They always visit too
many
museums.
Slide 5 - Diapositive
Als je het kan tellen, gebruik dan "
MANY
"
Kan je het niet tellen, gebruik dan "
MUCH
"
Slide 6 - Diapositive
Kan je deze dingen tellen?
Slide 7 - Diapositive
Little
&
Few
Little
en
few
gebruik je om te zeggen dat er
WEINIG
van iets is.
Little
-> woorden die je
NIET
kunt tellen.
little room, a little more information
Few
-> bij woorden die je
WEL
kunt tellen.
few boys, a few options
Slide 8 - Diapositive
much / many / a lot of
We don't need .......... sugar.
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 9 - Quiz
much / many / a lot of
I have ............ work to do.
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 10 - Quiz
Much, Many, A lot of?
I don't have ... money left
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 11 - Quiz
............. energy
A
little
B
few
Slide 12 - Quiz
snap je much en many?
A
yes
B
no
C
een beetje
Slide 13 - Quiz
Question tags
(korte vragen)
Slide 14 - Diapositive
Question tags
Na een
bevestigende zin ( + )
,
komt een
ontkennende ( - )
en andersom.
You're at school
,
aren't you
?
He can't hear me
,
can he
?
Hi there,
it's Sharon
,
isn't it
?
Slide 15 - Diapositive
Welke bewering over question tags is juist?
A
Bevestigend wordt ontkennend en andersom
B
Bevestigend en ontkennend blijven hetzelfde
C
Er zijn geen ontkennende zinnen bij question tags
D
Bevestigend en ontkennend heeft hier niks mee te maken
Slide 16 - Quiz
Question Tags
Welke zin is correct?
A
Tom is very strong, is he?
B
Tom is very strong, isn't he?
Slide 17 - Quiz
Question Tags
These women are independent, ...?
A
are they
B
aren't they
C
are she
D
aren't she
Slide 18 - Quiz
Question tags
She sings beautifully,____?
A
isn't it?
B
doesn't she?
C
didn't she
D
don' t she
Slide 19 - Quiz
Question Tags, complete:
There were a lot of people, ...?
A
there were
B
weren't they
C
were there
D
weren't there
Slide 20 - Quiz
Now get to work..
Paragraaf 4.1 ex. 1, 2,3
Klaar? Afmaken paragraaf 3.5 en test yourself
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
2024-06-07 Question Tags + quantifiers
Juin 2024
- Leçon avec
45 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Much/Many
Mars 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Much/Many - Little/Few
Juin 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1,2
Much/Many - Little/Few
il y a 3 jours
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1,2
U3L4
Mars 2022
- Leçon avec
47 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
1BB - All Right Unit 4 friday
Avril 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Unit 3 Grammar recap
il y a 25 jours
- Leçon avec
28 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Voorbereiding toets 4
Mars 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1