Les 04 - Tekenen van krachten

Les 4 - Tekenen van krachten 
Bekijk het filmpje en maak daarna het testje
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Les 4 - Tekenen van krachten 
Bekijk het filmpje en maak daarna het testje

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Volgens welke vijf punten teken je een kracht:
A
1. een lengte, 2. een richting, 3. een soort. 4. een massa. 5. een hoeveelheid
B
1. een aangrijpingspunt, 2. een schaal, 3. een lengte, 3. een richting en 5. een naam.
C
1. een aantal, 2. een naam, 3. een richting. 4. een aangrijpingspunt. en 5. een lengte
D
1. een aangrijpingspunt, 2. een aantal, 3. een richting. 4. een aangrijpingspunt. en 5. een massa

Slide 3 - Quiz

Krachten kan je meten met een
A
weegschaal
B
veerunster
C
thermometer
D
voltmeter

Slide 4 - Quiz

Wat hoeft een krachten tekening NIET te hebben?
A
Lengte
B
Dikte
C
Aangrijpingspunt
D
Richting

Slide 5 - Quiz

KRACHTEN TEKENEN WE ALS
A
EEN STREEP
B
EEN PUNT
C
EEN VIERKANT
D
EEN PIJL

Slide 6 - Quiz


Hoe groot is de vector van een kracht van 110N?
A
110cm
B
110m
C
55cm
D
22cm

Slide 7 - Quiz

Waar teken je het aangrijpingspunt bij
het volgende goud-gele voorwerp (waarbij
de massa gelijk verdeeld is in het voorwerp)?


A
In het midden van het goud-gele stuk aan de bovenkant.
B
In het midden van het goud-gele stuk aan de linkerkant en rechterkant, dus twee aangrijpingspunten.
C
In het midden van het zwarte rondje, dus niet in een deel van het voorwerp zelf.
D
In het midden van het goud-gele stuk aan de onderkant.

Slide 8 - Quiz

Opdracht: De zwaartekracht van een gelijkzijdige driehoek is 500 N.
Elke zijde van de driehoek is 4 cm.
Teken eerst de driehoek in je schrift en vervolgens de zwaartekracht.
Is dit gelukt, maak een foto een upload deze.

Slide 9 - Question ouverte

Einde van les 4
Je hebt in deze les geleerd:
  • Een kracht teken je als een pijl met een aangrijpingspunt, een richting en een lengte;
  • Voor de lengte van de pijl gebruik je een krachtenschaal;
  • De pijl geef je een naam om aan te geven om welke kracht het gaat;
  • Krachten meet je met een krachtmeter of veerunster. Hierin zit een veer. De kracht zorgt voor de uitrekking van de veer. Hoe groter de kracht, hoe meer de veer wordt uitgerekt;

Slide 10 - Diapositive

Ik beheers de leerdoelen die hiervoor zijn genoemd!
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage