H7.1 Materialen toepassen

Hout is verspaanbaar
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hout is verspaanbaar

Slide 1 - Diapositive

verspanen
enkele voorbeelden verspanen zijn:

> zagen
> beitelen
> vijlen
> frezen

Slide 2 - Diapositive

7.1 Materialen toepassen
7.1.1 Eigenschappen van een constructiemateriaal
7.1.2 Verspanen
7.1.3 Vloeistoffen in glas of PE
7.1.4 Carbonfiber

Slide 3 - Diapositive

Sinds de jaren tachtig is carbonfiber een veelgebruikt materiaal bij de formule 1-sport. Waarom wordt carbonfiber gebruikt?

A
Carbonfiber heeft een grote dichtheid.
B
Carbonfiber heeft een kleine dichtheid.
C
Carbonfiber is flexibel en buigbaar.

Slide 4 - Quiz

In 1994 werd besloten om een houten plank onder formule 1-auto’s te hangen. Daarmee kon worden gecontroleerd of de auto’s voldeden aan een minimale rijhoogte. Het hout werd bewerkt zodat het geschikt was om onder de auto te hangen.

Hoe heet het bewerken van hout waarbij kleine stukjes worden weggehaald om het hout een bepaalde vorm te geven?
A
lassen
B
lijmen
C
schroeven
D
verspanen

Slide 5 - Quiz

De grondstof voor aluminium is bauxiet. Bauxiet bevat een gedeelte aluminiumoxide en een gedeelte andere stoffen.
1p a Tijdens de eerste stap van het productieproces om aluminium te maken wordt bauxiet gescheiden van de andere stoffen.

Wat is waar?

A
Bauxiet is een eindproduct.
B
Bauxiet is een grondstof.
C
Bauxiet is een halffabricaat.

Slide 6 - Quiz

De volgende stap in het productieproces is het maken van vloeibaar aluminium. Welke reactievergelijking hoort hierbij?
A
bauxiet → aluminium
B
bauxiet + koolstof → aluminium + koolstofdioxide
C
aluminiumoxide → aluminium + koolstofdioxide
D
aluminiumoxide + koolstof → aluminium + koolstofdioxide

Slide 7 - Quiz

Marieke gaat op zichzelf wonen en krijgt van de gemeente vier verschillende kliko’s. Deze zijn bedoeld voor papier, plastic, gft-afval en restafval. Gebruik het werkblad om in te delen waar welk afval hoort.

Tijdens de verhuizing heeft Marieke verf over.
Bij welk soort afval hoort de verf van Marieke?

A
GFT
B
KCA
C
Restafval

Slide 8 - Quiz

Stand up paddling (suppen) is een hobby die steeds meer mensen beoefenen. Je staat dan op een soort surfplank (een supboard) en met een peddel beweeg je jezelf voort. Een supboard moet sterk en stabiel zijn.

Waarom wordt er dan toch gekozen voor piepschuim en niet voor aluminium?

A
Piepschuim heeft een grotere dichtheid dan aluminium en blijft daardoor drijven.
B
Piepschuim heeft een kleinere dichtheid dan aluminium en blijft daardoor drijven.
C
Piepschuim heeft een kleinere dichtheid dan aluminium en blijft daardoor zinken.
D
Piepschuim heeft een grotere dichtheid dan aluminium en zal daardoor zinken.

Slide 9 - Quiz

Waarom zou voor de volgende stof gekozen zijn?
Het laat geen stof door
Het glimt
Het is duurzaam
Het is doorzichtig

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is de algemene naam voor bewerkingen als zagen, schaven of beitelen om hout een bepaalde vorm te geven?
A
composteren
B
lijmen
C
recyclen
D
verspanen

Slide 11 - Quiz

Sinds de jaren tachtig is carbonfiber een veelgebruikt materiaal bij de formule 1-sport. Waarom wordt carbonfiber gebruikt?

A
Carbonfiber heeft een grote dichtheid.
B
Carbonfiber heeft een kleine dichtheid.
C
Carbonfiber is flexibel en buigbaar.

Slide 12 - Quiz

Glas kan goed tegen alle soorten vloeistoffen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je een stof waarvan je voorwerpen kunt maken?
A
Metaal
B
Niet-metaal
C
Materiaal

Slide 14 - Quiz

Glas wordt gebruikt om voorwerpen van te maken. Maar glas heeft ook nadelen.

Welke zijn de belangrijkste nadelen van glas?
A
Glas is breekbaar en doorzichtig.
B
Glas is breekbaar en heeft scherpe randen.
C
Glas is doorzichtig en hard.
D
Glas is hard en heeft scherpe randen.

Slide 15 - Quiz

Kampeerders zetten tenten vast met haringen die ze in de grond slaan. Er bestaan houten haringen, stalen haringen en ook aluminium haringen. Stel je gaat een voettocht maken. Je neemt alle bagage mee in een rugzak. Ook je tent en je haringen. Welke haringen neem je mee?
Schrijf op waarom je voor die haringen kiest.

Slide 16 - Question ouverte