Redemittel Kapitel 5

Klasse 2

Redemittel Kapitel 5

Im Restaurant
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Klasse 2

Redemittel Kapitel 5

Im Restaurant

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt minstens vijf etenswaren in het Duits noemen

2. Je kunt met weinig hulpmiddelen een bestelling plaatsen of opnemen in een restaurant

3. Je hebt 10 Minuten aan Test Jezelf gewerkt.

Slide 2 - Diapositive

Wörter / Sätze mit Essen

Slide 3 - Carte mentale

Was is "de gebakken aardappelen"
auf Deutsch?
A
das Bratkartoffeln
B
die Bratkartoffelen
C
die Bratkartoffeln
D
der Bratkartoffels

Slide 4 - Quiz

Wat is pasta in het Duits?
A
die Nudeln
B
die Nüdeln
C
der Nudeln
D
das Nudeln

Slide 5 - Quiz

Wat is het sinaasappelsap in het Duits
A
das Oranjensaft
B
der Organensaft
C
der Orangensaft
D
die Örangensaft

Slide 6 - Quiz

Wat is de groente in het Duits?
A
das Grüne
B
die Gemuse
C
das Gemüse
D
der Gemüse

Slide 7 - Quiz

Vertaal
Was (wilt u) essen?

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal
Ich möchte (een tomatensoep) als Vorspeise

Slide 9 - Question ouverte

(Brengt u mij) bitte eine Cola.

Slide 10 - Question ouverte

(Kan ik) bitte zahlen?

Slide 11 - Question ouverte

Aufgabe
1. Bildet ein Duo.
2. Verteilt die Rollen, wer ist Gast, wer ist Ober?
3. Schreibt eure Dialoge. Hilfsmitte: Redemittel Lektion 3, Aufgabe 8 von Lektion 3
4. Jeder mindestens vier Sätze. 
Fertig? Zeig mal! Fangt an zu üben.


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Circle
1. Übe die Sätze (5 Minuten)
2. Setzt euch in den Zirkel
3. Innerer Zirkel stellt Fragen, Äußerer Zirkel antwortet ( 2 Minuten)
4. Wechsel! 

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je hebt 10 Minuten aan Test Jezelf gewerkt.

2. Je kunt minstens vijf etenswaren in het Duits noemen

3. Je kunt met weinig hulpmiddelen een bestelling plaatsen of opnemen in een restaurant

Slide 15 - Diapositive

Noem vijf woorden die je hebt geleerd. Leg bovendien een grammatica-onderwerp kort uit.

Slide 16 - Question ouverte