Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 5
Geld te kort
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Herhalen Hoofdstuk 3 paragraaf 4
Uitleg Hoofdstuk 3 paragraaf 5
Zelf aan de slag met de opdrachten.
Slide 2 - Diapositive
Wesley heeft een nieuwe laptop gekocht voor € 680. Wesley denkt dat hij zijn laptop 4 jaar gebruikt. Als de 4 jaar voorbij zijn, krijgt hij er niets meer voor. Hij denkt dat een nieuwe laptop over 4 jaar 10% duurder is. Hoeveel zal deze nieuwe laptop over 4 jaar kosten?
Slide 3 - Question ouverte
Wesley koopt een fiets van € 1.800. Deze fiets gaat ongeveer 10 jaar mee. Na 10 jaar krijgt hij nog € 450 voor de fiets terug. Stel, dat over tien jaar een nieuwe fiets € 2.100 kost. Hoeveel moet Wesley 10 jaar lang per maand reserveren om deze fiets te kunnen kopen?
Slide 4 - Question ouverte
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat je kunt doen als je geld te kort komt.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
financiering=Manier waarop geld beschikbaar komt voor een aankoop
Een financieringsprobleem oplossen
bezuinigen op dagelijkse uitgaven
een aankoop of vervanging uitstellen
geld lenen
Slide 7 - Diapositive
Welk budget moet omhoog door de rente en aflossing?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Persoonlijke uitgaven
C
Vaste lasten
D
Incidentele lasten
Slide 8 - Quiz
Pieter wil graag een scooter kopen, maar hij heeft geen spaargeld. Hij besluit hiervoor een lening af te sluiten. Hij kan dit precies betalen, als hij dit doet houd hij geen geld meer over op zijn budgetten. Is de financiering van de aankoop van de scooter verantwoord? Leg je antwoord uit.