ROUS H7 Levensloop + H1 Vraag en aanbod

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Levensloop Hoofdstuk 7

H7: Ruilen tussen generaties

Hoofdstuk doelen:

• uitleggen wat de belangrijkste overdrachten van inkomen en vermogen tussen generaties zijn en de rol van de verzorgingsstaat daarin benoemen.

• het netto profijt van de overheid in de verschillende levensfasen analyseren.

• de invloed van het profijtbeginsel op het netto profijt uitleggen.

• de niet-financiële overdrachten tussen generaties benoemen.

• de invloed analyseren van demografische veranderingen op de grijze en groene druk.

• de invloed analyseren van demografische veranderingen op lastenverdeling tussen generaties.

• oplossingen zoals belastingspreiding in de tijd voor de toenemende grijze druk analyseren.

Vroeger....

- Familieleden zonder inkomen werden verzorgd door familieleden met inkomen. Solidariteit binnen families

- geen sociaalvangnet, minimumloon 

Sociale zekerheid

i/a-ratio

De i/a-ratio geeft de verhouding weer tussen het aantal uitkeringsgerechtigden (inactieven) en de werkenden (actieven) die de uitkering moeten betalen. 

In welk geval zal de i/a-ratio stijgen?

1. Verhoging van de pensioenleeftijd.
2. Steeds meer moeders gaan werken
3. Een verlenging van de maximale uitkeringsperiode van twee jaar naar drie jaar.
4. Subsidies voor het aannemen van mensen met een beperking

Van een land is het volgende gegeven: De i/a-ratio is:

1. 55
2. 50
3. 75
4. 58

P/a-ratio bereken je door aantal werkzame personen te delen door het aantal arbeidsjaren. Er werken 6.000.000 - 500.000 = 5.500.000 mensen. Er zijn 5.000.000 arbeidsjaren. P/a-ratio is dus 5.500.000 / 5.000.000 = 1,1

Vraag afkomstig uit LWEO Werk en Werkloosheid, 1e druk, vraag 1.15

i/a-ratio = inactieven / actieven x 100
Als de i/a-ratio 20% is, dan ...

1. Betaalt elke inactieve 20% van een uitkering
2. Betaalt elke actieve 20% van een uitkering
3. Betaalt elke inactieve 80% van een uitkering
4. Betaalt elke actieve 80% van een uitkering

A + C = B2

Netto ontvangers: meer ontvangen van de overheid dan betalen van overdrachten aan de overheid.

Netto betalers: meer betalen aan de overheid dan ontvangen van overdachten van de overheid.

intergenerationele ruil

Overdrachten tussen generaties van

- inkomen

- vermogen

- kennis

- milieuproblemen

Twee beweringen:
1. De relatieve toename van het aantal mensen in de leeftijd 0-20 noemen we een stijging van de grijze druk.
2. Door stijging van de grijze druk komt de AOW onder druk te staan.

1. Beide zijn goed
2. 1 is goed en 2 is fout
3. 1 is fout en 2 is goed
4. Beide zijn fout

Wat is een verzorgingsstaat?

1. Een land waar je verplicht bent voor elkaar te zorgen
2. Een land met veel verzorgingstehuizen
3. Een land met een sociaal minimum
4. Een land met een goede gezondheidszorg

Wat is het profijtbeginsel

1. Dat de belasting wordt afgestemd op de hoogte van je inkomen
2. Dat het inkomen voor een deel naar de armen gaat
3. Dat je betaald als je ergens gebruik van maakt
4. Dat je belasting moet betalen over een slecht (ongezond) product

I: Een privaat pensioen is ruilen over tijd.
II: Een AOW is intergenerationele solidariteit

1. beiden juist
2. beiden onjuist
3. alleen I juist
4. alleen II juist

Vraaglijn

Vraagfunctie:

Qv = -0,2P + 75

Van individuele vraaglijn naar collectieve vraaglijn. 

Aanbodfunctie

Qa = 75P - 100

 

* P staat voor de prijs van een enkel product

* Als er staat 75P, dan staat er eigenlijk 75 x P

Prijs	Aanbod	Berekening
€ 2,00	50	75 x 2 - 100
€ 3,00	125	75 x 3 - 100
€ 4,00	200	75 x 4 - 100

Marktevenwicht

Het snijpunt van de vraag- en aanbodlijn is het marktevenwicht. 

Hierbij is de vraag gelijk aan het aanbod (qv = qa).

Bij dit marktevenwicht hoort:

- de evenwichtsprijs

- de evenwichtshoeveelheid.

Qv= -5p + 200
Qa= 20p -50
Bereken het marktevenwicht

Verschuiven van de lijn

Bij elke prijs is er meer vraag.

Wat zou daar een reden van kunnen 

zijn?

Verschuiven langs de lijn

De prijs verandert.

De prijs staat in de figuur op de y-as.

Dus lees je af langs de lijn.

verschuiving van en langs de aanbodlijn

samengevat

langs de aanbodlijn	van de aanbodlijn
verandering van de prijs van het product zelf	productiekosten veranderen
	aantal aanbieders veranderen
	technologische innovaties
	verwachtingen

Aan de slag

• Vragen stellen
• Opdrachten (zelftest, lweo)