Kapitel 2 Grammatik D Persoonlijk vnw naamvallen

Du hast 2 Min für:




  • Deelnemen met klassencode
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Du hast 2 Min für:




  • Deelnemen met klassencode

Slide 1 - Diapositive

Das Programm

  • Grammatik: Was weißt du schon?
  • An die Arbeit

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Das Lernziel:
  • Am Ende der Stunde kann ich die Personalpronomen im 1. Fall, 4. Fall und 3. Fall benutzen.

Slide 4 - Diapositive

Persoonlijk vnw in de 3e-4e naamval 

Slide 5 - Diapositive

Persoonlijk vnw. / naamvallen 
De naamvallen in het Duits gebruik je:
- Na een voorzetsel
- Om aan te geven of het: onderwerp = 1e naamval
                                        Lijdend voorwerp = 4e naamval 
                             Meewerkend voorwerp = 3e naamval 
is. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

persoonlijk voornaamwoorden 1e, 3e, 4e naamval
S. 90 in eurem Buch!

Slide 10 - Diapositive

Persoonlijk vnw. / naamvallen 
De naamvallen in het Duits gebruik je:
- Na een voorzetsel
- Om aan te geven of het: onderwerp = 1e naamval
                                        Lijdend voorwerp = 4e naamval 
                             Meewerkend voorwerp = 3e naamval 
is. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Mama schickt (hem)... einen Brief.
A
er
B
ihm
C
ihn
D
ihnen

Slide 13 - Quiz

Herr Meisen, was kann ich (u)... anbieten?

Slide 14 - Question ouverte

Ich liebe ... (jou)

Slide 15 - Question ouverte

.... (jij) muss jetzt kommen!
A
Du
B
dir
C
dich

Slide 16 - Quiz

Darf ich ...(jullie) fotografieren?
A
ihr
B
euch
C
ihnen
D
sie

Slide 17 - Quiz

Was ist die richtige Antwort?
Morgen gebe ich sie die Blumen.
A
Ihnen
B
Sie
C
ihr
D
ihnen

Slide 18 - Quiz

Gibst du ....(hem) das Buch?
A
ihn
B
er
C
ihr
D
ihm

Slide 19 - Quiz

Hilfst +3 du .... (haar) mit den Schularbeiten?
A
ihm
B
sie
C
ihr
D
ihn

Slide 20 - Quiz

An die Arbeit!
Was?
Kapitel 2: Seite 91
2.5.: Aufträge 9, 10
Wie?
in eurem Buch
Wie lange?
15 Minuten 
Hilfe?
Benutze die Grammatik auf Seite 90
Fertig?
Werkstrookje selbstständig arbeiten
timer
15:00

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat zijn alle persoonlijke voornaamwoorden van de derde naamval nog eens?

Slide 23 - Carte mentale

Wat zijn alle persoonlijke voornaamwoorden van de vierde naamval nog eens?

Slide 24 - Carte mentale

Lernziel:
Am Ende der Stunde kann ich die Personalpronomen im 1. Fall, 4. Fall und 3. Fall benutzen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Slide 26 - Diapositive