TL2: K.9 Voorzetsels met de vierde naamval en het pers.vn.woord

Mittwoch, den 15. November - Lernziele:
-Je leert de voorzetsels met de vierde naamval kennen.
 ->(für, gegen, ohne, um, durch)

-Je leert dat na bovenstaande voorzetsels het  persoonlijk voornaamwoord altijd in de vierde naamval staat. 
->(für+mich, gegen+dich)

1 / 6
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 6 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Mittwoch, den 15. November - Lernziele:
-Je leert de voorzetsels met de vierde naamval kennen.
 ->(für, gegen, ohne, um, durch)

-Je leert dat na bovenstaande voorzetsels het  persoonlijk voornaamwoord altijd in de vierde naamval staat. 
->(für+mich, gegen+dich)

Slide 1 - Diapositive

Lied
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Welk voorzetsel hoort niet in het rijtje thuis van voorzetsels met de vierde naamval?
A
durch
B
um
C
für
D
mit

Slide 4 - Quiz

Opdrachten
1) Memory maken en spelen

2) Werkblad

3) Online oefenen. Ga naar oscarromerotalen.nl en oefen dan met voorzetsels +4 

Slide 5 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
Ken je de voorzetsels met de 4e naamval?

Ken je de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval?

Slide 6 - Diapositive