8.4 oppervlakte & 8.5 oppervlakte maten omreken & 8.havo inlijsten

8.4 oppervlakte
doel: ik kan de oppervlakte van een figuur berekenen

herhaling
uitleg
zelfstandig werken
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

8.4 oppervlakte
doel: ik kan de oppervlakte van een figuur berekenen

herhaling
uitleg
zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

3000 cm = ........ m
A
30
B
300
C
3
D
0,3

Slide 2 - Quiz

5 km = ..........m
A
0,005 m
B
500 m
C
5.000 m
D
0,05 m

Slide 3 - Quiz

8.4 Oppervlakte 

Slide 4 - Diapositive

6 cm
6,5 cm
8 cm
4 cm
7 cm

Slide 5 - Question de remorquage

8.4 Oppervlakte 

Slide 6 - Diapositive

Wat is de oppervlakte van afbeelding 1?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de oppervlakte van afbeelding 2?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de oppervlakte van afbeelding 3?

Slide 9 - Question ouverte

Bereken de oppervlakte van

Slide 10 - Question ouverte

Bij een samengesteld figuur, verdeel het figuur in rechthoeken


Slide 11 - Diapositive

8.5 Oppervlaktematen omrekenen
Een oppervlakte-eenheid is een maat voor de grootte van een bepaald oppervlak of gebied. Bij het omrekenen van eenheden, reken je met de stapgrootte.

De bekendste standaardmaat voor de oppervlakte is de vierkante meter. Het symbool is m2

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

8.5 oppervlaktematen omrekenen
 
1 m2 = 1 m x 1 m 


Je berekent de oppervlakte van een kubus of balk  met:
lengete x breedte = oppervlakte

Slide 14 - Diapositive

8.5 Oppervlaktematen omrekenen
Voorbeeld:
6 km² = .... m
Stap 1:
Ga ik naar links of rechts op het schema?
Stap 2:
Hoeveel stappen moet ik zetten?
Stap 3:
Bereken het antwoord.
Naar rechts, dus x
We zetten drie stappen naar rechts, dus x 100 x 100 x 100
6 x 100 x 100 x 100 = 6 000 000
Dus 6 km² = 6 000 000 m²

Slide 15 - Diapositive

Figuren verdelen
Om de oppervlakte van dit figuur te kunnen berekenen zou je de figuur in rechthoeken kunnen verdelen.
Oppervlakte A:
1,5 x 1,5 = 2,25
Oppervlakte B:
1,5 x 1 = 1,5
Oppervlakte C:
2 x 1,5 = 3
2,25 + 1,5 + 3 = 6,75
Dus de oppervlakte is 6,75 m²

Slide 16 - Diapositive

Even oefenen.....
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Slide 17 - Diapositive

Ken jij je het rijtje oppervlaktematen al uit je hoofd? 






Sleep de oppervlaktematen naar de juiste plek.  
km²
hm²
dam²
dm²
cm²
mm²

Slide 18 - Question de remorquage

Sleep de antwoorden naar de juiste plek
3 hm² = .. dm²
0,2 km² = .. m²
5 km² = .. m²
3000 cm² = .. m²
20 m² = .. dm²
2000
200000
5000000
0,3
3000000
300
200

Slide 19 - Question de remorquage

500 000 m2 = ____ km2
A
500
B
5
C
0,5

Slide 20 - Quiz


rechthoek op  ROOSTER papier
Hoe bereken je dan de oppervlakte  van de driehoek ?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Wat is de oppervlakte
van figuur B?
A
6,5
B
7,5
C
8
D
15

Slide 25 - Quiz

Wat is de oppervlakte van
figuur C
A
18
B
9
C
10
D
9,5

Slide 26 - Quiz

Wat is de oppervlakte van
Figuur D
A
12
B
14
C
16
D
18

Slide 27 - Quiz

zelfstandig werken
§8.4: 31, 32, 34, 35
 §8.5: 38, 40, 41 
§8.havo: H1, H2, H3


Slide 28 - Diapositive