Titraties


  • Bespreken en practicum met titraties 
  • Oefen met de stof
Wat gaan we doen vandaag?
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


  • Bespreken en practicum met titraties 
  • Oefen met de stof
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Diapositive

Na deze les kun je:

    • de stappen bij een titratie beschrijven.
    • de begrippen eindpunt en kleuromslag beschrijven.
    • de concentratie van een zuur in een oplossing berekenen met behulp van een titratie.
    • de concentratie van een base in een oplossing berekenen met behulp van een titratie.
    Wat weet je na deze les

    Slide 2 - Diapositive

    Wat weet je nog?

    Slide 3 - Diapositive

    Welke pH hebben zuren?
    A
    0-7
    B
    7
    C
    7-14

    Slide 4 - Quiz

    Zuren zijn
    A
    metalen
    B
    moleculaire stoffen
    C
    zouten

    Slide 5 - Quiz

    Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
    A
    vet verwijderen
    B
    de vaat wassen
    C
    ramen lappen
    D
    kalk verwijderen

    Slide 6 - Quiz

    Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
    A
    Groene zeep
    B
    Ammonia
    C
    Gootsteenontstopper
    D
    wc ontkalker

    Slide 7 - Quiz

    Wat is de zuurgraad (pH) van water
    A
    0
    B
    7
    C
    10
    D
    14

    Slide 8 - Quiz

    Mierenzuur reageert met natriumoxide. Leg uit of dit wel of geen zuurbase reactie is
    timer
    1:00

    Slide 9 - Question ouverte

    citroenzuur reageert met kaliumnitraat. Leg uit of dit wel of geen zuur/base reactie is
    timer
    1:00

    Slide 10 - Question ouverte

    kalk is calciumcarbonaat. Als je kalk weg laat halen met schoonmaakazijn spreek je dan van een neutralisatie reactie?
    timer
    1:00

    Slide 11 - Question ouverte

    Zoutzuur reageert met magnesium. Hierdoor verdwijnt het zuur. Leg uit of err hier spraken van een neutralisatie reactie is ?
    timer
    1:00

    Slide 12 - Question ouverte

    Noteer de reactievergelijking van de reactie van mierenzuur met natriumoxide
    timer
    1:00

    Slide 13 - Question ouverte

    Noteer de reactievergelijking van de reactie van zoutzuur met kalk
    timer
    1:00

    Slide 14 - Question ouverte

    Wat is de kloppende reactievergelijking die hoort bij het ontstaan van salpeterzuur?
    timer
    1:00

    Slide 15 - Question ouverte

    Manier om de hoeveelheid zuur of base in een oplossing te bepalen.

    Dat doe je door 2 proeven te doen:

    • met een oplossing waarvan je de hoeveelheid zuur weet
    • met een oplossing die je wilt onderzoeken
    Wat is titreren?

    Slide 16 - Diapositive

    Slide 17 - Vidéo

    Slide 18 - Vidéo

    Hoe doe je dat dan?
    Zuur met bekende sterkte
    Zuur met onbekende sterkte 

    Voeg indicator toe
    Voeg indicator toe
    Voeg base toe tot omslagpunt. Hoeveel ml had je nodig?
    Voeg base toe tot omslagpunt. Hoeveel ml had je nodig?
    Meet een bepaald volume af 
    (bv 20 ml)
    Meet een bepaald volume af 
    (evenveel als bij bekende sterkte)
    Maak een kruistabel van de groene onderdelen 
    (bepaalde volume en hoeveel ml) en bereken de sterkte

    Slide 19 - Diapositive

    Slide 20 - Diapositive

    Slide 21 - Diapositive

    Slide 22 - Diapositive

    Slide 23 - Diapositive

    Slide 24 - Diapositive

    Slide 25 - Diapositive

    Slide 26 - Diapositive

    Slide 27 - Diapositive

    Slide 28 - Diapositive

    Slide 29 - Diapositive

    Slide 30 - Diapositive

    Slide 31 - Diapositive

    Slide 32 - Diapositive

    Bij een titratie wordt bepaald hoeveel mg mierenzuur er in een oplossing zit. 

    Er wordt een base gebruikt waarvan bekend is dat 
    10,00 ml reageert met 0,34 mg mierenzuur.

    De beginstand van de titratie is 12,12 ml en de eindstand is 36,26ml

    Bereken hoeveel mg mierenzuur er in de oplossing zit.
    Even oefenen

    Slide 33 - Diapositive

    Bij een titratie wordt bepaald hoeveel mg mierenzuur er in een oplossing zit. Er wordt een base gebruikt waarvan bekend is dat 10,00 ml reageert met 0,34 mg mierenzuur.
    De beginstand van de titratie is 12,12 ml en de eindstand is 36,26ml
    Bereken hoeveel mg mierenzuur er in de oplossing zit.

    Slide 34 - Question ouverte

    Hoe goed begrijp je deze stof?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 35 - Sondage

    Stel 1 vraag over een onderdeel dat je niet helemaal hebt begrepen.

    Slide 36 - Question ouverte

    Slide 37 - Diapositive