Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Leesvaardigheid
Leesvaardigheid
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Leesvaardigheid
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke 3 leesmanieren kennen we?
Slide 3 - Carte mentale
verkennend - grondig - zoekend
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Bij grondig lezen, lees je de tekst:
A
Helemaal
B
Voor de helft
C
Nog niet
Slide 6 - Quiz
Een kenmerk van zoekend lezen is:
A
Je bekijkt de tekst: titel, tussenkopjes, plaatjes.
B
Je kijkt de tekst snel door en je zoekt het antwoord.
C
Je leest de tekst grondig.
Slide 7 - Quiz
Welke leesmanier gebruik je bij de volgende vraag:
Wanneer is de finale van de Olympische Winterspelen?
A
zoekend lezen
B
grondig lezen
C
verkennend lezen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Wat is het doel van een reclame poster?
A
Informeren
B
Overhalen/aansporen
C
Amuseren
D
Uitleg geven
Slide 10 - Quiz
Wat is het doel van een recept?
A
Informeren
B
Overhalen/aansporen
C
Amuseren
D
Uitleg geven
Slide 11 - Quiz
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.
DOEL?
A
overhalen/aansporen
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren
Slide 12 - Quiz
De schrijver wil zijn mening geven.
DOEL?
A
Uitleg geven
B
overtuigen
C
informeren
D
overhalen/aansporen
Slide 13 - Quiz
Wat is meestal het doel van een krantenartikel?
A
Informeren
B
Overhalen/aansporen
C
Uitleg geven
D
Overtuigen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Bekijk de tekst.
Hoeveel alinea's tel je?
Zien we tussenkopjes?
Slide 17 - Diapositive
Hoeveel alinea's heeft deze tekst?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 18 - Quiz
Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.
Slide 19 - Quiz
In welke drie onderdelen is een tekst verdeeld?
Slide 20 - Question ouverte
Wat is een deelonderwerp?
Slide 21 - Question ouverte
Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld
Slide 22 - Quiz
Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn
Slide 23 - Quiz
Hoe noemen we ook alweer de belangrijkste zin uit een alinea? Meestal de 1e, 2e of laatste zin.
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Alineaopbouw
De kernzin =
De belangrijkste zin van een alinea. De zin met de belangrijkste informatie van de alinea.
Meestal de 1e, 2e of laatste zin.
De
rest van de alinea =
Uitleg, uitwerking of voorbeelden bij de kernzin
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Wat zijn hoofdzaken in een tekst?
A
Wat belangrijk is in een tekst
B
Wat minder belangrijk is in een tekst
Slide 33 - Quiz
Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea
Slide 34 - Quiz
Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan
Slide 35 - Quiz
Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
Slide 36 - Quiz
Wat staat er vaak in een kernzin?
A
Minder belangrijke dingen
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje
Slide 37 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
Slide 38 - Quiz
Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten
Slide 39 - Quiz
Vera draaide zich om. Was het Els die ze in de verte aan zag komen?
Maar toen hij naar hem toe liep, gebeurde het ondenkbare. Ineens zakte het hout onder zijn voeten weg
A
naar hem toe liep
B
hij
C
gebeurde het
D
zakte het hout onder zijn voeten weg
Slide 40 - Quiz
Vera draaide zich om. Was het Els die ze in de verte aan zag komen?
Met een plons belandde hij in het water
A
John
B
Paul
C
zijn vriend
D
het versleten bruggetje
Slide 41 - Quiz
Vera draaide zich om. Was het Els die ze in de verte aan zag komen?
zou iemand hier de jongens op tijd vinden. Anders zag het er niet best voor ze uit
A
iemand
B
hier
C
de jongens
D
niet best
Slide 42 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Leesvaardigheid
Octobre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
verwijswoorden
Janvier 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Leesvaardigheid
Mars 2020
- Leçon avec
45 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Hoofdzaken en bijzaken
Octobre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Dutch
Secondary Education
Campus 1 Les 13 Globaal lezen
Novembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Wereldoriëntatie 5/6 - Begrijpend lezen | Video's
Septembre 2024
- Leçon avec
10 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie 5/6 - Begrijpend lezen | Video's
Septembre 2024
- Leçon avec
10 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie 5/6 - Begrijpend lezen | Video's
Septembre 2024
- Leçon avec
10 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas