Steeds meer mensen raken geïnteresseerd in de ideeën van Hitler, het nationaalsocialisme
Sterk leiderschap, nationalisme, militarisme en rassenleer belangrijk.
Slide 4 - Diapositive
Nationaalsocialisme (2)
Hitler benadrukte de volgende punten:
Democratie is verkeerd, Duitsland moet 1 sterke leider krijgen
Geweld is een goede manier om doelen te bereiken
Duitsland is een geweldig land met een geweldig volk
Het Duitse leger moet hersteld worden
Duitsland moet economisch onafhankelijk worden
Duitsland heeft meer 'lebensraum' nodig
Slide 5 - Diapositive
Rechts zie je 4 typeringen van het nationaal-socialisme. Sleep de juiste gevolgen (geel) hier naar toe.
Anti-communistisch
Anti-democratisch
Totalitair
Anti-semitisch
beheerst het leven van wieg tot graf
er is 1 sterke leider
mensen zijn niet gelijk (rassenleer)
het haten van de Joden
Slide 6 - Question de remorquage
Rassenleer (1)
Mensen beoorelen en indelen op ras. Het ene ras is beter en belangrijker dan het andere ras.
Belangrijk onderdeel van het nationaalsocialisme
Antisemitisme onderdeel van de rassenleer van de nazi's
Slide 7 - Diapositive
Rassenleer (2)
Er waren Übermenschen (ariërs). Dit waren mensen uit Noord- en West-Europa, afstamden van Germanen
Oost-Europeanen en Russen, niet-arisch, waren Untermenschen. De meestenongevaarlijk
Joden waren volgens de nazi's minderwaardig en wél gevaarlijk: die moet je uitroeien.
Slide 8 - Diapositive
Welk onderdeel van het nazisme is niet per definitie ook fascistisch?
A
Er is 1 sterke leider die gehoorzaamd moet worden
B
Verheerlijking van geweld
C
Antisemitisme
D
Anti democratisch
Slide 9 - Quiz
Hitler vond dat de Untermenschen meer rechten moesten hebben
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Propaganda
politieke reclame
o.l.v. minister Goebbels
d.m.v. massacommunicatiemiddelen (zoals de radio of film)
alleen toegestaan voor nazi-doeleinden
Slide 11 - Diapositive
Voorbeeld van anti-joodse propaganda
Kinderboek uit 1938 met de titel "der Giftpilz", de giftige paddestoel. De paddestoel is met een stereotype joods gezicht afgebeeld. De davidsster verwijst ook naar het jodendom.
Slide 12 - Diapositive
Waarom was het volgens de nazi's belangrijk om juist de ideeën van kinderen te beïnvloeden?
Slide 13 - Question ouverte
1
Deze afbeelding komt uit een nazi kinderboek. De titel van het boek is 'De giftige paddestoel' en gaat over de gevaren van de Joden (en hoe je die kunt herkennen).
2
Het onderschrift bij deze afbeelding luidt: "Hier kinderen, ik heb wat snoep voor jullie. Maar dan moeten jullie allebei met mij meekomen."
3
De 2 kinderen zien er typisch Duits uit (qua kleding en haardracht)
Ze zijn jong en onschuldig en kunnen daardoor snel slachtoffer worden van iemand met slechte bedoelingen
4
De man (een Jood) wordt slecht afgebeeld: hij is klein, dik en ziet er eng uit. Daarnaast heeft hij een grote neus, wat wordt gezien als typisch Joods. In de bijgevoegde afbeelding (uit hetzelfde boekje) zie je hoe kinderen leren Joden te herkennen aan hun neus; die ziet er uit als een 6
Slide 14 - Diapositive
1
Deze spotprent laat een variatie zien op de dolkstootlegende. de dolkstootlegende vertelt dat de Duitse soldaten WOI bijna gewonnen hadden, maar dat de nieuwe regering (socialisten en liberalen) hen verraden hadden door de wapenstilstand te sluiten. De dolkstootlegende ontstond direct na WOI en werd later door de nazi's weer gebruikt.
2
Je ziet een soldaat in een loopgraaf met een mitrailleur. Ook zie je prikkeldraad. Allemaal typische zaken voor de Eerste Wereldoorlog.
3
De Duitse soldaat is zeer geconcentreerd op de vijand tegenover hem; hij ziet er stoer en dapper uit.
4
De dappere soldaat wordt in zijn rug gestoken. Hij ziet de laffe aanval niet aankomen. Dat het een Jood is, is te zien aan de Davidsster op de muts.
5
De joodse figuur wordt uitgebeeld als half man - half vrouw. De persoon wordt dik en lelijk uitgebeeld én met een grote neus. Het is hierdoor duidelijk dat de tekenaar een tegenstander van Joden is.
Slide 15 - Diapositive
waar
niet
waar
Duitsland stond in 1918 op het punt om de oorlog te winnen
In 1918 braken in verschillende Duitse steden rellen uit
Er werd tijdens WOI op Duits grondgebied gevochten
De legerleiding adviseerde de keizer de wapen- stilstand aan te vragen
De communisten kwamen in 1918 in Duitsland aan de macht
De Joden hadden er voor gezorgd dat de Duitsers WOI verloren
Slide 16 - Question de remorquage
Nazificatie
Duitsland wordt een totalitaire staat:
Propaganda en censuur
Terreur via Gestapo en concentratiekampen van SS (Dachau, 1933)
Jeugdbewegingen
Verbod andere partijen
Géén vrije rechtspraak
Discriminatie Joden
Slide 17 - Diapositive
Neurenberger Rassenwetten (1935)
Hierin stond wie er Duits was en wie niet. Tenminste 3 opa's/oma's moesten Duits zijn. Zo niet dan:
Niet trouwen met Duitser
Geen Duitser in dienst hebben
Niet voor de overheid werken
Als arts geen Duitser helpen
Slide 18 - Diapositive
Terreur
Hitler liet al snel concentratiekampen bouwen voor tegenstanders. Dit was publiek geheim
Tegenstanders werden opgepakt door Gestapo, SA (Sturmabteilung) of SS (Schutzstaffel)
Slide 19 - Diapositive
Kristallnacht (nov. 1938)
Veel Joodse huizen, winkels, synagogen vernield door nazi's in november 1938. Haat tegen Joden ging zichtbaar verder dan alleen woorden
Joden werden opgepakt en naar concentratiekampen gestuurd. Daders natuurlijk niet
Aanleiding voor veel Joden om te vluchten uit Duitsland
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Antisemitisme
Kristallnacht
Rassenleer
Slide 22 - Question de remorquage
Maak de juiste combinaties
het idee dat je eigen ‘ras’ (soort) beter is dan andere ‘rassen’.
manier van denken van mensen die het leger heel erg belangrijk vinden
zeer nationalistische, anti democratische en totalitaire politieke beweging
zeer nationalistische, anti democratische, totalitaire en racistische politieke beweging
Fascisme
militairisme
racisme
nationaalsocialisme
Slide 23 - Question de remorquage
Hitler op weg naar oorlog
Slide 24 - Diapositive
Stap 1: Saarland Heim ins Reich
Slide 25 - Diapositive
Stap 2: Dienstplicht en herbewapening
Slide 26 - Diapositive
Stap 3: militarisering van het Rijnland
Slide 27 - Diapositive
Stap 4: Anschluss (Oostenrijk)
Slide 28 - Diapositive
Der Anschluß
maart 1938
Hitler wil alle Duitsers in één Groot Duits Rijk (Heim ins Reich).
Hij maakt handig misbruik van de politieke chaos in Oostenrijk en speelt in op de gevoelens van het Oostenrijkse volk.
Hij annexeert Oostenrijk en maak het een deel van het Duitse Rijk (Ostmark).
Slide 29 - Diapositive
Stap 5: Conferentie van München (Sudetenland)
Chamberlain
Daladier
Hitler
Mussolini
Slide 30 - Diapositive
Net als Oostenrijk, valt Sudetenland onder de Heim ins Reich-politiek, waarbij alle gebieden met Duitsers weer bij Duitsland moeten horen. Sudetenland was na de Eerste Wereldoorlog deel van de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije geworden.
Slide 31 - Diapositive
Conferentie van München
september 1938
Frankrijk en Engeland zijn geschrokken van de Anschluß, maar willen geen oorlog (Appeasement)
Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland, Tsjecho-Slowakije, krijgt.
Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië komen tot een akkoord.
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Wat wilden Hitler en Chamberlain?
A
Hitler wilde Lebensraum, Chamberlain wilde oorlog.
B
Hitler wilde vrede, Chamberlain wilde oorlog.
C
Hitler wilde meer grondgebied, Chamberlain wilde oorlog voorkomen.
D
Hilter en Chamberlain wilden beiden Sudentenland innemen.
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Diapositive
Appeasement: toegeven aan de eisen om erger te voorkomen (angst om een nieuwe oorlog)
Slide 36 - Diapositive
Appeasementpolitiek
* men wilde geen nieuwe oorlog (na WO1)
* men vond dat het Verdrag van Versailles te streng was
* Hitler was een bondgenoot tegen het communisme, de angst voor het communisme was groter dan de angst voor Hitler
* standplaatsgebondenheid.
Slide 37 - Diapositive
Onthoud... nog één lolly en dan gaan jullie allemaal naar huis!
Op het shirt staat 'The appeaser'
2
Het mannetje in het midden - de appeaser - staat symbool voor (de appeasementpolitiek van) Frankrijk en Groot-Britannië. Door zijn houding en kleding ziet hij er nogal sullig uit. De tekenaar laat hiermee zien dat hij de appeasementpolitiek slap/zwak vindt.
1
De zeemonsters staan symbool voor nazi-Duitsland. Dit zie je aan de hakenkruizen. Dat de tekenaar de nazi's als monsters heeft uitgebeeld, laat zien dat hij een tegenstander van hen is.
3
Het mannetje in het midden - de appeaser - zegt dat de monsters nog 1 lolly krijgen, maar dat ze dan echt weg moeten gaan. Het is overduidelijk dat dát niet gata gebeuren. Ze zien er eerder uit alsof ze alle lolly's uit z'n hand opeten en wellicht hem erbij... De tekenaar laat hiermee zien dat hij de appeasementpolitiek van Frankrijk en Groot-Britannië ongeloofwaardig en naief vindt.