Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Proefwerk Hfdst Ordening
GT
Paragraaf 1 t/m 7
+ Leren onderzoeken
Slide 1 - Diapositive
Kunnen bacteriën worden gebruikt voor het bereiden van voedsel?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Bij productie van antibiotica wordt gebruik gemaakt van schimmels
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Bacteriën spelen een rol bij de productie van rode wijn.
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
De zeester in de afbeelding is tweezijdig symmetrisch
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Vormen alle vogels één soort?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Behoren gisten tot de bacteriën?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Bij zaadplanten groeien de zaden in bloemen.
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Een kokkel (zie afbeelding) hoort tot de weekdieren.
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Wordt de ruggengraat ook wel wervelkolom genoemd?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Bestaan de meeste schimmels uit meerdere cellen?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Tot welke groep van het dierenrijk behoort een emelt?
A
Geleedpotigen
B
Stekelhuidigen
C
Neteldier
D
Weekdier
Slide 12 - Quiz
Theo doet een onderzoek naar bacteriën in mest. Hij vindt een ééncellig organisme met een celkern en een celwand. Kan dit organisme een bacterie zijn? Zo nee, waarom niet?
A
Ja
B
Nee, alleen omdat een bacterie geen celwand heeft.
C
Nee, alleen omdat een bacterie geen celkern heeft.
D
Nee, want een bacterie heeft geen celkern en geen celwand
Slide 13 - Quiz
Tot welke groep van het dierenrijk behoort het dier in afbeelding ?
A
Stekelhuidigen
B
Neteldier
C
Weekdier
D
Sponzen
Slide 14 - Quiz
Welk type skelet heeft het dier in afbeelding
A
Uitwendig
B
Inwendig
C
Geen skelet
Slide 15 - Quiz
Planten vissen zich voort door eieren met een kalkschaal?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Kan van de planten in de vorige afbeelding alleen de varen zich voortplanten door sporen?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Is de huid van een amfibie bedekt met schubben?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Planten bacteriën zich voort door deling?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Jens voelt zich al een tijdje niet lekker. Bij de dokter krijgt hij te horen dat hij keelontsteking heeft. Wordt deze ziekte veroorzaakt door een schimmel?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quiz
Hebben zaadplanten bloemen?
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quiz
Ademen vogels met longen?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quiz
Damien heeft zijn boterham met kaas een week lang in zijn schooltas laten zitten. Er zit nu groen pluis op het brood en op de kaas. Worden bacteriën gebruikt bij het bereiden van brood?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
Damien heeft zijn boterham met kaas een week lang in zijn schooltas laten zitten. Er zit nu groen pluis op het brood en op de kaas. Is het pluis op het brood en de kaas veroorzaakt door bacteriën?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quiz
Tot welke groep van de gewervelden behoort een salamander?
A
amfibieen
B
reptielen
C
vissen
D
waterdieren
Slide 25 - Quiz
Welke van de volgende dieren zijn allebei gewerveld?
A
hond en worm
B
hond en slang
C
slang en vlieg
D
worm en vlieg
Slide 26 - Quiz
Tot welke groep van de gewervelden behoort de dolfijn?
A
amfibieen
B
reptielen
C
vissen
D
zoogdieren
Slide 27 - Quiz
Richard is laborant. Hij bekijkt veel preparaten onder een microscoop. Laboranten kunnen op verschillende plekken werken, zoals in een ziekenhuis of bij de politie. Richard heeft een onbekend preparaat gekregen. De cellen in het preparaat zien er zo uit ->
Dit is een?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Schimmel
D
Bacterie
Slide 28 - Quiz
Bij welke groep van planten vindt de voortplanting plaats door middel van sporen die ontstaan in hoopjes aan de onderkant van de bladeren?
A
bomen
B
grassen
C
mossen
D
varens
Slide 29 - Quiz
Welk rijtje bevat alleen maar diersoorten die tot verschillende groepen moeten worden gerekend?
A
Kwal – inktvis – krab – spin
B
Inktvis – vingerspons – meikever – vlieg
C
Naaktslak – zeester – zee-egel – duizendpoot
D
Zeekomkommer – zeeanemoon – haai – mossel
Slide 30 - Quiz
Welke ziekte wordt door een schimmel veroorzaakt?
A
keelontsteking
B
longontsteking
C
oorontsteking
D
zwemmerseczeem
Slide 31 - Quiz
Wanneer kun je met zekerheid zeggen dat 2 dieren tot dezelfde soort horen?
A
Als ze zich kunnen voortplanten.
B
Als de uiterlijke kenmerken genoeg overeenkomen.
C
Als ze voor vruchtbare nakomelingen kunnen zorgen.
D
Als ze in hetzelfde gebied voorkomen.
Slide 32 - Quiz
Bij welke groep hebben de organismen geen celwand om de cellen?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën
Slide 33 - Quiz
Op rottend fruit tref je vaak witte, 'pluizige' draden aan. Deze draden zijn organismen. Noem een manier hoe mensen deze organismen in hun voordeel gebruiken.
Slide 34 - Question ouverte
Een bacterie kan zich ieder half uur delen. Hoeveel bacteriën heb je na 2,5 uur, als je met 1 bacterie begint?
Slide 35 - Question ouverte
Welke kleur hebben de knopschubben van de Paardenkastanje?
A
zwart
B
rood
C
wit
D
kleverig
Slide 36 - Quiz
Bij welke groep dieren hebben de dieren een pantser?
A
stekelhuidigen
B
geleedpotigen
C
neteldieren
D
weekdieren
Slide 37 - Quiz
Welke organen zijn er niet bij sporenplanten
A
Wortel
B
Stengel
C
Bloemen
D
Bladeren
Slide 38 - Quiz
Tot welke groep van het dierenrijk behoort de zeester?
A
stekelhuidigen
B
neteldieren
C
weekdieren
D
geleedpotigen
Slide 39 - Quiz
Bij een bepaald rijk hebben de organismen de volgende kenmerken: – om de cellen zitten celwanden; – in elke cel zit een kern; – in de cellen komen geen bladgroenkorrels voor.
Bij welk rijk hebben de organismen deze kenmerken?
A
dieren
B
bacteriën
C
planten
D
schimmels
Slide 40 - Quiz
Bij welke groep van de geleedpotigen bestaat het gehele lichaam uit segmenten?
A
insecten
B
kreeftachtigen
C
veelpotigen
D
spinachtigen
Slide 41 - Quiz
Hoe nam Ber zuurstof op?
A
kieuwen uit de lucht
B
Kieuwen uit het water
C
met longen uit de lucht
D
met longen uit het water
Slide 42 - Quiz
Welke letter geeft bacteriën aan?
A
P
B
Q
C
R
D
geen een
Slide 43 - Quiz
Bepaal de naam van de vis in de bijlage met behulp van de zoekkaart.