Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 180 min
Éléments de cette leçon
INtervention mapping en
Slide 1 - Question ouverte
In het model van LaLonde wordt gekeken naar de gezondheidsdeterminanten die van invloed zijn op gezondheid op groepsniveau
juist
onjuist
Slide 2 - Sondage
Het model van LaLonde bevat 3 gezondheidsdeterminanten
juist
onjuist
Slide 3 - Sondage
Leefstijl is een voorbeeld van een gezondheidsdeterminant
Juist
Onjuist
Slide 4 - Sondage
In Nederland kunnen mensen met overgewicht en obesitas worden verwezen door de huisarts naar 'Coaching op Leefstijl' (COOL). Dit valt onder de gezondheidsdeterminant:
A
Biologische factoren
B
Omgeving
C
Zorgvoorzieningen
D
Leefstijl
Slide 5 - Quiz
Locaties van coffeeshops in een gemeente is een voorbeeld van de volgende gezondheidsdeterminant:
A
Biologische factoren
B
Leefstijl
C
Zorgvoorzieningen
D
Omgeving
Slide 6 - Quiz
Bewegingsgedrag is een voorbeeld van de gezondheidsdeterminant:
A
Omgeving
B
Biologische factoren
C
Leefstijl
D
Zorgvoorzieningen
Slide 7 - Quiz
In Londen mogen in een straal van 400 meter van een school geen nieuwe snackbars meer worden geopend. De burgemeester probeert hiermee de volgende determinant te beïnvloeden:
A
Leefstijl
B
Omgeving
C
biologische factoren
D
Zorgvoorzieningen
Slide 8 - Quiz
Bij 'Biologische factoren' kijken we zowel naar genetische factoren als verworven eigenschappen.
juist
onjuist
Slide 9 - Sondage
Slide 10 - Diapositive
Wat is de link tussen Windshield Survey (stap 2) / wijkdiagnose (stap 6) en Lalonde?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Per team: Wat is de stand van zaken?
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Ik weet wat mij te doen staat de aankomende week
Slide 24 - Sondage
1) Wat heeft deze bijeenkomst je opgebracht? Wat neem je zeker mee? 2)Wat heb je gemist?