Eindexamen Geschiedenis VMBO 2024 (meerkeuzevragen)

Examen VMBO-KB, GL en TL
2024
geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL
Meerkeuzevragen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Examen VMBO-KB, GL en TL
2024
geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL
Meerkeuzevragen

Slide 1 - Diapositive

Nederland van 1848 tot 1914

Slide 2 - Diapositive


In de nieuwe Grondwet van 1848 werd de ministeriële
verantwoordelijkheid opgenomen.

➡Aan wie moeten ministers vanaf 1848 verantwoording afleggen?
A
de rechters
B
de regering
C
het parlement
D
het staatshoofd

Slide 3 - Quiz


In 1848 werd opdracht gegeven tot het schrijven van een nieuwe
Grondwet.

➡Wie was de opdrachtgever van de nieuwe Grondwet? 
➡En wie was de schrijver van de nieuwe Grondwet?
A
Koning Willem II Thorbecke
B
Koning Willem III Troelstra
C
Thorbecke Koning Willem II
D
Troelstra Koning Willem III

Slide 4 - Quiz


Gebruik de bron
De tekening past bij een maatschappelijke discussie.

➡Welke maatschappelijke discussie wordt bedoeld? 
➡ En bij welke politieke stroming past de boodschap van de tekening?
A
de schoolstrijd liberalisme
B
de schoolstrijd socialisme
C
de sociale kwestie liberalisme
D
de sociale kwestie socialisme

Slide 5 - Quiz


Gebruik de bron
De tekening was te zien op de Nationale Tentoonstelling van
Vrouwenarbeid in Den Haag in 1898 die georganiseerd werd door
feministen.
➡Welke boodschap zullen de organisatoren van de tentoonstelling met deze tekening duidelijk hebben willen maken? 
A
Vrouwen horen niet het werk van mannen te doen.
B
Vrouwen moeten fatsoenlijk gekleed naar hun werk gaan.
C
Vrouwen moeten hetzelfde werk kunnen doen als mannen.
D
Vrouwen nemen steeds vaker het werk van mannen over.

Slide 6 - Quiz

De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

Slide 7 - Diapositive


Gebruik de bron
De herinnering gaat over vluchtelingen die tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Nederland kwamen.
➡Over welk jaar gaat deze herinnering? En uit welk land kwamen de
vluchtelingen?
A
1914 België
B
1914 Duitsland
C
1918 België
D
1918 Duitsland

Slide 8 - Quiz


Gebruik de bron
In de tekening is een mening te herkennen over vrouwen die voor kiesrecht strijden.
➡Welke mening wordt bedoeld?
A
Het is goed dat vrouwen voor het kiesrecht strijden, want dan hoeven ze niet de hele tijd voor hun kinderen te zorgen.
B
Het is goed dat vrouwen voor het kiesrecht strijden, want dan krijgen ze dezelfde rechten als mannen.
C
Het is niet goed dat vrouwen voor het kiesrecht strijden, want dan zorgen ze slecht voor hun kinderen.
D
Het is niet goed dat vrouwen voor het kiesrecht strijden, want mannen hebben meer verstand van politiek.

Slide 9 - Quiz

Door de tijd heen

Slide 10 - Diapositive


Gebruik de bron

➡Welke kaart hoort bij de Eerste Wereldoorlog?
A
kaart 1
B
kaart 2
C
kaart 3
D
kaart 4

Slide 11 - Quiz

Het interbellum (1918-1939)

Slide 12 - Diapositive


Gebruik de bron
Dit soort briefjes werd in 1923 door heel Duitsland opgehangen.
➡Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd dit soort briefjes
opgehangen?
A
de bezetting van het Ruhrgebied
B
de invoering van het Dawesplan
C
de mislukte staatsgreep van Hitler
D
de oprichting van de Weimar Republiek

Slide 13 - Quiz


Duitsland werd na de Beurskrach van 1929 extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis.
➡Wat was een politiek gevolg van de wereldwijde economische crisis voor Duitsland?

A
de bezetting van het Ruhrgebied
B
de invoering van het Dawesplan
C
de mislukte staatsgreep van Hitler
D
de oprichting van de Weimar Republiek

Slide 14 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Slide 15 - Diapositive


In 1942 richtte de Duitse bezetter het Nederlandse Arbeidsfront op, een nationaal-socialistische vakbond die in de plaats kwam van de andere vakbonden in Nederland. Aan het hoofd kwam een NSB’er te staan. Het oprichten van het Nederlands Arbeidsfront past bij een kenmerk van het nationaal-socialisme.
➡Welk kenmerk wordt bedoeld?
A
censuur
B
gelijkschakeling
C
militarisme
D
neutraliteit

Slide 16 - Quiz


In 1943 werd een man die 1500 gulden had gestolen door Nederlandse rechters veroordeeld tot een korte gevangenisstraf, zodat hij niet naar een Duits gevangenenkamp hoefde. Achteraf vertelden de Nederlandse rechters dat ze die beslissing hadden genomen, omdat ze de omstandigheden in het gevangenenkamp te slecht vonden. Na deze verklaring werden de rechters door de Duitse bezetter ontslagen.
Uit het ontslag van de rechters bleek dat in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog een einde kwam aan de rechtsstaat.
➡Waarom bleek uit het ontslag dat er een einde kwam aan de rechtsstaat?
A
De rechterlijke macht werd niet gecontroleerd door de wetgevende macht.
B
De veroordeelde man kreeg geen eerlijke straf.
C
Een persoon werd ten onrechte vastgezet.
D
Er was geen sprake van onafhankelijke rechtspraak.

Slide 17 - Quiz


Er is in Nederland in 1941 gestaakt tegen de Duitse bezetter.
➡Onder welke naam staat de staking bekend? 
➡En wat was de aanleiding van de staking?
A
Februaristaking de invoering van de gedwongen tewerkstelling
B
Februaristaking het oppakken van Joodse Amsterdammers
C
Spoorwegstaking de invoering van de gedwongen tewerkstelling
D
Spoorwegstaking het oppakken van Joodse Amsterdammers

Slide 18 - Quiz

Europa en de wereld (1945-1989)

Slide 19 - Diapositive


Op de inzet van het Nederlandse leger in 1947 in Indonesië kwam veel internationale kritiek.

➡Van wie kwam die internationale kritiek voornamelijk?
A
van de EGKS en van de NAVO
B
van de EGKS en van de Verenigde Naties
C
van de Verenigde Naties en van de NAVO
D
van de Verenigde Naties en van de Verenigde Staten

Slide 20 - Quiz


In 1949 werd Indonesië door Nederland officieel erkend als onafhankelijk land en komt de macht in het land bij de Indonesische regering te liggen.

➡Welk begrip wordt in Nederland voor deze gebeurtenis gebruikt?





A
capitulatie
B
democratisering
C
politionele actie
D
soevereiniteitsoverdracht

Slide 21 - Quiz


In 1963 werd een directe communicatielijn aangelegd tussen de leider van
de Sovjet-Unie en de president van de Verenigde Staten. De aanleiding
voor de aanleg was een gebeurtenis die het jaar daarvoor had plaatsgevonden. Door die gebeurtenis was bijna een kernoorlog uitgebroken.

➡Welke gebeurtenis was de aanleiding voor de aanleg van de directe
communicatielijn?
A
de Blokkade van Berlijn
B
de Cubacrisis
C
de Praagse Lente
D
de stichting van de DDR

Slide 22 - Quiz

Een nieuwe wereldorde (vanaf 1990)

Slide 23 - Diapositive


De overheid ging in de jaren 90 regelmatig in overleg met de vakbonden en werkgevers over het beperken van het stijgen van de lonen.

 ➡Welk begrip past bij deze manier van overleggen?
A
individualisering
B
poldermodel
C
secularisatie
D
verzorgingsstaat

Slide 24 - Quiz

Plus de leçons comme celle-ci