10 Februari 2021 A5 Wonen in NL par 2

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is er met Trump aan de hand?

Slide 2 - Question ouverte

Leerdoelen paragraaf 1.2
Ik kan vertellen wat de kenmerken van het Nederlands kustgebied zijn
o Ik kan uitleggen hoe de Nederlandse kust door de natuur wordt opgebouwd en afgebroken
o Ik kan verklaren waarom de kijk op kustbescherming de laatste decennia is verandert.

Slide 3 - Diapositive

Bescherming tegen zee.
Dammen, dijken, duinen en strand (primaire waterkeringen) beschermen Nederland voor overstroming uit de zee. Bij overstromingsgevaar worden dammen en sluizen gesloten.

Slide 4 - Diapositive

Toename bedreiging Noordzee
Door klimaatverandering stijgt de temperatuur. Hierdoor smelten poolkappen en zet h2O uit. Gevolg is zeespiegelstijging. Hoe hoger de zeespiegel hoe groter de kans op overstroming.

Slide 5 - Diapositive

Veiligheid & natuur.
Door primaire waterkeringen niet volledig af te sluiten of alleen af te sluiten in tijden van overstromingsgevaar blijft het ecosysteem deels in contact en is er geen van overstromingsschade.

Slide 6 - Diapositive

Welke van deze kustbescherming is niet natuurlijk ?
A
Duinen
B
Dijken
C
Strand
D
Onderwateroever

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Geef aan welke stelling fout is.
A
Rijkswaterstaat voert beleid uit mbt veiligheid leefbaarheid en beriekbaarheid
B
Overstromingsbewustzijn heeft te maken met risico's van zeespiegelstijging en bodemdaling
C
Dijkring gebied dat beschermd wordt tegen binnenwater door een primaire waterkering of hogegronden.
D
Primaire waterkering = object dat oppervlakte water tegenhouden (dijk, duin, sluis, dam)

Slide 9 - Quiz

Welke van deze buitenwaters is het zoutst?
A
Noordzee
B
Waddenzee
C
IJsselmeer
D
Grote Rivieren

Slide 10 - Quiz

Geef aan welke stelling niet klopt
(overstromingsrisico's)
A
Hoe groter de mogelijke schade hoe groter de noodzaak tot bescherming
B
Risico's verkleinen door verhogen duinen en dijken, verbreding stranden & stranden aanvullen met zand
C
Schade afhankelijk van: oppervlakte dijkring, meters beneden zeeniveau, aantal inwoners & aantal investeringen
D
In NL grootste kans op overstroming met een ZW storm & hogewaterstanden zee/rivieren.

Slide 11 - Quiz

Geef aan welke stelling niet klopt
A
Hoogheemraadschappen = waterschappen
B
waterschappen zijn nationale organisaties
C
Waterscchappen doen beheer, bescherming & onderhoud duinen en dijken
D
Waterschappen doen beheersing grondwaterpeil & waterkwaliteit

Slide 12 - Quiz

Kies de stelling die niet juist is.
A
Effecten zeespiegel stijgen hangen af overheersende windrichting en temperatuurstijging wereldwijd
B
In NL verwachten we meer regen en verandering regenregiem (verdeling hoeveelheid in een periode)
C
In NL verwachten we nattere winters en drogere zomers
D
In NL verwachten we meer stormen en dat de overheersende windrichting gelijk blijft.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Kies de stelling die niet juist is.
A
Voor het behoud van de kust is het belangrijk dat er een flauwe afloop van de zeebodem is.
B
Voor het behoud van de kust is het belangrijk dat er voldoende zand is door zeestromen.
C
Voor het behoud van de kust is het belangrijk dat getijdenverschillen groot zijn.
D
Voor het behoud van de kust is het belangrijk dat er zeespiegel niet te snel stijgt.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Ontstaan duinen:
op grens water en land ontstonden zandbanken als deze droogvallen worden het strandwallen. Wind verplaatst zand --> blijft liggen achter obstakels (vegetatie).
Duinen = door windgevormde zandheuvels aan landzijde van het strand.
Oude --> duizenden jaren oud
Jonge --> duizend jaren geleden en hoger

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Er zijn drie kusttypen in NL
Wadden = buitendijkse gronden die bij hoogwater onder water staan en bij laag water komen grote delen droog te liggen.
Gesloten kust van duinen & strandwallen
Estuarium = riviermonding waar zout- en zoet water zich vermengen. Landinwaarts getijdenverschil groter door trechter vorm

Slide 22 - Diapositive

Twee soorten kust
Zachte kust = natuurlijke oorsprong (strand, kwelders, duinen, zandplaten, schorren wadden)
Harde kust = door mens gebouwd & versterkt --> zeedijken langs kust en de benedenloop van rivieren en estuarium

Nadelen harde kust= kust kan niet vrij bewegen & herstel niet mogelijk na stormseizoen


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Kust is dynamisch systeem!
Wind & water => afbraak & opbouw (verplaatsing miljoenen M3 zand en veel slib)
Wind => golven, zeestromingen, opstuwing, watertransport & sedimentatie zand.
Stabiele situatie => herstel duinafslag na storm
Instabiel situatie => erosie > sedimentatie => blijvend verlies
(instabiel => sedimentatie > erosie = duinvorming)

Slide 25 - Diapositive

Getijden = afwisseling eb en vloed
Getijden vooral door aantrekkingskracht maan.
Max. = hoogwater/ hoogtij   Min.= laagwater/laagtij
Kentering = geen stroming
Springtij = extra hoogtij <= samenvallen aantrekkingskracht maan en zon
Doodtij = getijdenverschil minimaal aantrekkingskracht maan en zon staan haaks op elkaar (dus verzwakking)

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Getijden
Vloedstroom sneller dan ebstroom => opbouw
Getijdenverschil afhankelijk van vorm kust (trechter!)
Opstuwing = wind & hoogwater, is gevaarlijk bij nauwer wordende wateren.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Zeestromen
= eeuwenlange zoutwater stromingen (oceanen & zeeën) over duizenden kilometers.
Deel golfstroom komt in Noordzee = reststroom, draait linksom = zw stroom voor NL
Getijdenstroming & wind & driftstroom => opschuiven Wadden eilanden naar oosten.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Mens en water
Eerst terpen later dijken.
Via spuisluizen ontwatering.

Nadelen ontwatering => bodemdaling

Nieuwe technieken ='Aanval' impoldering

Slide 35 - Diapositive

Van vijand tot vriend
Eerst focus bescherming,
maar  zand is niette vervangen door steen, asfalt etc.
 Door klimaatverandering neemt de dreiging toe.

Nu meer aanpassen aan de dynamiek van de zee en deze proberen te beïnvloeden. Ook meer ruimte voor natuur en recreatie.
.

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Ik kan vertellen wat de kenmerken van het Nederlands kustgebied zijn
o Ik kan uitleggen hoe de Nederlandse kust door de natuur wordt opgebouwd en afgebroken
o Ik kan verklaren waarom de kijk op kustbescherming de laatste decennia is verandert.

Slide 38 - Diapositive

Benoem de kenmerken van het Nederlands kustgebied.

Slide 39 - Question ouverte

3 kusttypen. Waddenkust (hoogwater nat, laagwater droog), Geslotenkust met duinen en strandwallen & Estuarium (riviermonding waar zout en zout zichvermengen)

Zachte kust = door natuur ontstaan
Harde kust = door mens gebouwd en versterkt.

Slide 40 - Diapositive

Benoem hoe de Nederlandse kust door de natuur wordt opgebouwd en afgebroken.

Slide 41 - Question ouverte

Van drooggevallen zandbanken (strandwallen)wordt het zand door de wind verplaatst en die blijft liggen achter obstakels. Hierdoor ontstaan duinen = door wind gevormde zandheuvels. (opbouw)(sedimentatie)
De zee kan bij stormen (door wind aangewakkerd) zorgen voor duinafslag, hierdoor verdwijnen stukken duin (afbraak) (erosie)

Slide 42 - Diapositive

Verklaar waarom de kijk op kustbescherming de laatste decennia is verandert.

Slide 43 - Question ouverte

Bescherming is beperkt. Zand kan uiteindelijk niet vervangen worden door steen of asfalt. Door klimaatverandering neemt de dreiging toe.

Nu meer aanpassen aan de dynamiek van de zee en deze proberen te beïnvloeden. Ook meer ruimte voor natuur en recreatie.

Slide 44 - Diapositive