V2 Yu2 Passé Composé (korte revisie)

Révision Passé Composé
Schrijf de werkwoorden in de voltooide tijd (passé composé) met het hulpwerkwoord 'hebben' (avoir).


1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 3 min

Éléments de cette leçon

Révision Passé Composé
Schrijf de werkwoorden in de voltooide tijd (passé composé) met het hulpwerkwoord 'hebben' (avoir).


Slide 1 - Diapositive

Je (passer = doorbrengen)... mes vacances en France

Slide 2 - Question ouverte

Je/j' (être = zijn) ... en Afrique!

Slide 3 - Question ouverte

Tu (faire = doen/maken)... tes devoirs?

Slide 4 - Question ouverte

il (prendre = nemen/pakken).... le train.

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf de werkwoorden in de voltooide tijd (passé composé) met het hulpwerkwoord 'zijn' (être).

Vergeet niet: 
afhankelijk van of het mannelijk / vrouwelijk / meervoud is, 
wat moet je toevoegen bij het voltooide deelwoord?

Slide 6 - Diapositive

Je (rester = blijven).... chez ma copine.

Slide 7 - Question ouverte

Vous (arriver = aankomen) ... à l'aéroport?

Slide 8 - Question ouverte

Lucas (aller = gaan).... au cinéma.

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf de werkwoorden in de voltooide tijd (passé composé) met het juiste hulpwerkwoord (avoir of être).

Slide 10 - Diapositive

On (danser = dansen).... toute la nuit.

Slide 11 - Question ouverte

Rachelle (rentrer = terugkomen).... à minuit!

Slide 12 - Question ouverte

Ma mère (donner = geven) ... un cadeau à mon frère.

Slide 13 - Question ouverte