3. 7 jan ZV4B: argumentatiestructuren (H20)

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4B

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4B

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
  • H20: argumentatiestructuren
  • Opdrachten maken

Vandaag dinsdag 7 januari:

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt de argumentatiestructuur benoemen (H20)
  2. Je kunt standpunt en het argument benoemen (H19) 


Slide 3 - Diapositive

Schrijf in stilte per zin op of het gaat om een standpunt + argument of een argument + standpunt. 

1. Sporten verbetert je gezondheid en verhoogt je energie. Het is belangrijk om elke dag te sporten.
2. Aangezien bomen helpen de luchtkwaliteit te verbeteren, moeten we meer bomen planten in de stad. 
3. Het is beter om thuis te studeren. Thuis heb je namelijk minder afleiding

timer
2:30

Slide 4 - Diapositive

Schrijf in stilte per zin op of het gaat om een standpunt + argument of een argument + standpunt. 

1. Sporten verbetert je gezondheid en verhoogt je energie. Het is belangrijk om elke dag te sporten.
2. Aangezien bomen helpen de luchtkwaliteit te verbeteren, moeten we meer bomen planten in de stad. 
3. Het is beter om thuis te studeren. Thuis heb je namelijk minder afleiding

timer
0:30
Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van  diegene naast je.

Slide 5 - Diapositive

Bespreken: standpunt + argument of een argument + standpunt. 

1. Sporten verbetert je gezondheid en verhoogt je energie. Het is belangrijk om elke dag te sporten. > argument + standpunt
2. Aangezien bomen helpen de luchtkwaliteit te verbeteren, moeten we meer bomen planten in de stad. > argument + standpunt
3. Het is beter om thuis te studeren. Thuis heb je namelijk minder afleiding > standpunt + argument

Slide 6 - Diapositive

Argumentatiestructuur: manier waarop argumentatie is opgebouwd.

Argumentatiestructuren:
- Enkelvoudig
- Onderschikkend
- Nevenschikkend
          - onafhankelijk
          - afhankelijk


Maak aantekeningen!

Slide 7 - Diapositive

Ik zou maar een paraplu meenemen, want het gaat zo regenen. 
Enkelvoudige argumentatie: 
Een standpunt wordt ondersteund met één argument. 

Slide 8 - Diapositive

Onderschikkende argumentatie:
Er wordt één argument ondersteund met één of meerdere ander(e) subargument(en). 
Iedereen zou moeten stoppen met roken, want roken is ontzettend slecht voor de gezondheid, want roken kan zorgen voor hart- en vaatziekten.

Slide 9 - Diapositive

 Nevenschikkend: meerdere argumenten
- onafhankelijk: argumenten staan los van elkaar
- afhankelijk: argumenten kunnen niet los van elkaar

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld 1. 
Iedereen zou moeten stoppen met roken, want roken is ontzettend slecht voor je gezondheid en kost veel geld.

  • Iedereen zou moeten stoppen met roken (standpunt), want roken is ontzettend slecht voor je gezondheid (arg 1) en roken kost veel geld (arg 2). 

argumentatiestructuur: 
  • onafhankelijk nevenschikkend

1. Benoem het standpunt en de argumenten. 
2. Benoem de argumentatiestructuur.

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld 2. 
Op dat feestje stond de muziek stond heel hard en ik kan niet goed tegen veel geluid. Ik vond het dus geen leuke avond. 

  • Op dat feestje stond de muziek stond heel hard (arg 1) en ik kan niet goed tegen veel geluid (arg 2 over arg 1). Ik vond het dus geen leuke avond (standpunt).

argumentatiestructuur:
  • afhankelijk nevenschikkend

1. Benoem het standpunt en de argumenten. 
2. Benoem de argumentatiestructuur.

Slide 12 - Diapositive


Maak opdracht 6 en 7 (blz. 98). 


Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 
timer
12:00

Slide 13 - Diapositive