Renaissancepoëzie
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke vorm heeft dit gedicht?
A
Epigram
B
Hekeldicht
C
Sonnet
D
Elegie
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Nog een keer: welke vorm heeft dit gedicht?
A
Epigram
B
Hekeldicht
C
Sonnet
D
Elegie
Slide 5 - Quiz
Parafraseer (= vat samen in eigen woorden) de eerste strofe:
Droom ik, en is het nacht, of is mijn Sterr' verdwenen?
Ik waak, en 't is hoog dag, en zie mijn Sterre niet.
O hemelen, die mij haar aangezicht verbiedt,
spreek mensentaal, en zeg waar is mijn Sterre henen!
Droom ik, en is het nacht, of is mijn Sterr' verdwenen?
Ik waak, en 't is hoog dag, en zie mijn Sterre niet.
O hemelen, die mij haar aangezicht verbiedt,
spreek mensentaal, en zeg waar is mijn Sterre henen!
Slide 6 - Question ouverte
Welke tegenstelling zie je in deze eerste strofe?
Droom ik, en is het nacht, of is mijn Sterr' verdwenen?
Ik waak, en 't is hoog dag, en zie mijn Sterre niet.
O hemelen, die mij haar aangezicht verbiedt,
spreek mensentaal, en zeg waar is mijn Sterre henen!
Droom ik, en is het nacht, of is mijn Sterr' verdwenen?
Ik waak, en 't is hoog dag, en zie mijn Sterre niet.
O hemelen, die mij haar aangezicht verbiedt,
spreek mensentaal, en zeg waar is mijn Sterre henen!
Slide 7 - Question ouverte
Tweede strofe: wat zou 'stenen' betekenen?
De hemel slaat geluid, ik hoor hem door mijn stenen,
en zegt: mijn Sterre staat in 't heilige gebied
waar zij de Godheid, waar de Godheid haar beziet,
en, voegt het lachen daar, belacht mijn ijdel wenen.
De hemel slaat geluid, ik hoor hem door mijn stenen,
en zegt: mijn Sterre staat in 't heilige gebied
waar zij de Godheid, waar de Godheid haar beziet,
en, voegt het lachen daar, belacht mijn ijdel wenen.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wat ga je de rest van het uur doen?
A
Paragrafen lezen + samenvatten
B
Opdrachten maken uit het bestand 'Overzicht toetsstof'
C
De kruiswoordpuzzel nog eens invullen
D
PowerPoints ELO doornemen
Slide 11 - Quiz
Hoe ga je ervoor zorgen dat jij én je medeleerlingen zich kunnen concentreren dit uur?
A
Ik ga in mijn eentje in stilte werken
B
Ik doe een koptelefoon op en sluit me af
C
De surveillant mag mij bedreigen als ik me misdraag
D
Ik zit thuis, dus concentreer me sowieso fantastisch
