blok 2 : middeleeuwen byzantijnse kunst

Noem de drie bouwordes van de Grieken.
1 / 17
suivant
Slide 1: Question ouverte
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Noem de drie bouwordes van de Grieken.

Slide 1 - Question ouverte

Kenmerken van de klassieke periode
bij Griekse beeldhouwkunst zijn onder andere :
A
vage glimlach, anatomie in ontwikkeling
B
frontaal beeld, statische houding
C
weinig gezichtsuitdrukking, contrapost houding
D
perfecte anatomie, emoties op het gezicht

Slide 2 - Quiz

Benoem de drie Griekse periodes in de beeldhouwkunst op volgorde van tijd.

Slide 3 - Question ouverte

typisch Romeinse bouwkunst begrippen

Slide 4 - Carte mentale

In welke tijdsperiode
is Jezus Christus geboren?
A
Griekse periode
B
Romeinse periode
C
Vroeg-Christelijke periode
D
Byzantijnse periode

Slide 5 - Quiz

Van wanneer tot wanneer zijn de middeleeuwen
A
500-1500 voor Christus
B
0 - 1000 na Christus
C
500 - 1500 na Christus
D
1500 - 2000 na Christus

Slide 6 - Quiz

Keizer Constantijn bekeert zich - wat heeft dit tot gevolg?

Slide 7 - Question ouverte

Mens is als individu ondergeschikt aan het christelijke geloof



pelgrims & relikwieën
boete doening, naar een heilige plek

Slide 8 - Diapositive

Wat hoort allemaal bij Byzantium
A
500-1453
B
keizer Constantijn vernoemt de stad naar zichzelf
C
Het huidige Budapest
D
Hagia Sofia

Slide 9 - Quiz

Hoe ontstaat de Byzantijnse kunst?
A
Keizer Constantijn vestigt zich in Constantinopel, invloed van klassieke oudheid en oosten
B
8ste eeuw steken Arabische legers vanuit Noors Afrika de Middellandse zee en gaan zich hier vestigen

Slide 10 - Quiz

Wat is een mozaiek?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is typisch voor Romaanse architectuur
A
rondboog
B
spitsboog
C
hoge gebouwen
D
grote ramen

Slide 12 - Quiz


Romaanse kerkbouw
A
Hoog, decoratief, Latijns kruis, burcht gevoel
B
Groot, skeletbouw, veel ramen, goddelijk licht
C
Klein, compact, knus
D
Somber, groot, dikke muren, weinig ramen

Slide 13 - Quiz

Gotisch of Romaans?
A
Gotisch
B
Romaans

Slide 14 - Quiz

Romaans of Gotisch?
A
Romaans
B
Gotisch

Slide 15 - Quiz

Waarom werd er in deze periode van gotiek meer kunst gemaakt dan van te voren?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive