Woorden bij het thema zomer

Woorden bij het thema zomer
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Woorden bij het thema zomer

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel





Aan het einde van de les kunnen de leerlingen nieuwe woorden over het thema zomer herkennen en benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet jij al over de zomer?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de zomer?
De zomer is het warmste seizoen van het jaar, waarin de dagen het langst zijn en de nachten het kortst.

Slide 5 - Diapositive

Laat afbeeldingen zien van de zomer en vraag de leerlingen wat ze leuk vinden aan de zomer.
Woorden bij het strand
Strand, zandkasteel, schelp, zonnebril, parasol.

Slide 6 - Diapositive

Laat foto's van deze woorden zien en vraag de leerlingen om ze te benoemen.
.het strand

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

.het zandkasteel

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

.de schelp

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions






.de zonnebril

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions






. de parasol

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden bij het zwembad
Zwembad, zwemband, duikbril, zwemmen, zonnebrandcrème.

Slide 12 - Diapositive

Laat foto's van deze woorden zien en vraag de leerlingen om ze te benoemen.
Woorden bij de picknick
Picknick, mand, limonade, broodje, fruit.

Slide 13 - Diapositive

Laat foto's van deze woorden zien en vraag de leerlingen om ze te benoemen.
Woorden bij de barbecue
Barbecue, worstje, hamburger, salade, saus.

Slide 14 - Diapositive

Laat foto's van deze woorden zien en vraag de leerlingen om ze te benoemen.
Zomerse werkbladen
Geef de leerlingen werkbladen met plaatjes van zomerse woorden. Laat ze de woorden benoemen en kleuren.

Slide 15 - Diapositive

Print werkbladen uit met plaatjes van zomerse woorden. Laat de leerlingen in tweetallen of individueel werken.
Zomerse quiz
Speel een quiz met de leerlingen waarin ze de zomerse woorden moeten raden.

Slide 16 - Diapositive

Gebruik een online quiztool of maak zelf een quiz. Laat de leerlingen in teams spelen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.