‹Revenir à la recherche

Fictie of non-fictie?

Neem plaats en leg je laptop klaar
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Neem plaats en leg je laptop klaar

Slide 1 - Diapositive

Fictie of non-fictie?

Slide 2 - Diapositive

Lesverloop
  • Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen bespreken 
  • Theorie fictie of non-fictie
  • Interactieve quizvragen
  • Evaluatie

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les....
  •  kan je uitleggen wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.
  • kan je aan de titel, de voorkant of een korte beschrijving  van het boek herkennen of het om fictie of non-fictie gaat. 
  • kan je uitleggen wanneer en waarom je een fictie of non-fictieboek zou willen lezen.

Slide 4 - Diapositive

        Waarom?

Slide 5 - Diapositive

Fictie 
Verhalen, gedichten, strips, computerspellen, films en t.v. series zijn er voor je plezier, ze zijn ontspannend. Je zou ook kunnen zeggen dat fictie wordt geschreven om je te vermaken, ze hebben als doel om de lezer te vermaken. 
Je hebt in je leven waarschijnlijk al veel verhalen gelezen of gehoord. Sommige van die verhalen zijn verzonnen, andere verhalen zijn echt gebeurd. De verhalen die verzonnen zijn, noem je fictie. Verhalen kunnen, naast je vermaken, ook iets met je doen: ze kunnen je aan het denken zetten, je diep raken, je iets leren of je helpen bij het vormen van een mening.





Slide 6 - Diapositive

Non-fictie
Verhalen die met een ander doel dan amuseren (=vermaken) zijn geschreven, noem je non-fictie. Ook teksten die feitelijke informatie geven, zoals krantenartikelen, verslagen van voetbalwedstrijden, documentaires over de Tweede Wereldoorlog, biologieboeken en de atlas behoren tot de non-fictie. Deze teksten worden niet tot de literatuur gerekend, maar tot de informatieve media.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Overleg in tweetallen
Is deze serie fictie of non-fictie?

Tijd: 5 minuten

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
fictie of non-fictie?

Slide 10 - Diapositive

Het weerbericht in de krant vandaag
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quiz

Betekent het woord 'fictie' verhaal?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Wordt non-fictie tot de literatuur gerekend?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Een aflevering van een soapserie
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 14 - Quiz

De gebruiksaanwijzing van je nieuwe telefoon
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 15 - Quiz

Een stripverhaal van Donald Duck in de krant
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 16 - Quiz

Denkvraag...
Is een vlog over het dagelijks leven van
iemand fictie? Waarom wel/niet?

Slide 17 - Question ouverte

Ik weet wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Huiswerk
Opdracht 4 op blz. 166
deelopdracht 1, 3, 5 t/m 12

Slide 19 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

Fictie of non-fictie?

- Leçon avec 21 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Helaas ben je het niet geworden

- Leçon avec 19 diapositives par Filmeducatie
Mediawijsheidfilmeducatie+3HBOStudiejaar 1,2
FilmeducatieFilmeducatie

Fictie

- Leçon avec 20 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

47 Fictie

- Leçon avec 23 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

TH2M week 1 les 2 Fictie_Realistisch

- Leçon avec 20 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

fictie en non-fictie

- Leçon avec 25 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

introductie literatuur

- Leçon avec 12 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Week 1 Intro MYP-2 periode 1 23-24

- Leçon avec 23 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1