Herhaling H4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

	Vak: Economie Hoofdstuk: 4 Herhaling
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Mini-check + arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

Wat hoort bij elkaar?

Produceren

Automatisering

Productiefactoren

Maatschappelijke kosten

Arbeidsproductiviteit

Het maken van goederen en leveren van diensten.

computers en computerprogramma's sturen de productie aan.

De samenleving betaalt mee aan de kosten van millieuschade.

De hoeveelheid producten die een werknemer in een bepaalde tijd kan maken.

Alles wat je nodig hebt om te produceren: natuur, arbeid en kapitaal.

Wat is geen productie sector?

1. Dienstverlenende bedrijven
2. Overheid bedrijven
3. Industriële bedrijven
4. Agrarische bedrijven

Wat is de juiste beschrijving van een ondernemer?

1. Iemand die hard opzoek is naar werk
2. Iemand die voor een klein bedrijft werkt
3. Iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient
4. Iemand die van baan wisselt

Sleep de baan naar welke sector hij in hoort.

Agrarische sector

Industiële sector

Dienstverlenende sector

bakker

acteur

dokter

visser

DJ

kapper

klerenmaker

Wat veroorzaakt milieuschade NIET?

1. Vervuilling
2. Grondstoffenverbruik
3. Recycling
4. Energieverbruik

Zijn dit concurrenten van elkaar?

en

1. Nee
2. Ja
3. Geen idee

Wanneer heeft een bedrijf winst?

1. Als een bedrijf gelijke kosten als opbrengsten heeft.
2. als een bedrijf meer opbrengsten dan kosten heeft
3. Als een bedrijf meer kosten dan opbrengsten heeft.

De volgende bedrijven horen thuis in de bedrijfskolom van patat.

groothandel, landbouwer, patatfabriek, snackbar

zet ze in de juiste volgorde.

patatfabriek

1

2

3

4

snackbar

groothandel

landbouw

Wanneer is een product duurzaam geproduceerd?

1. Wanneer een produceren geen schade is voor het milieu.
2. Wanneer het produceren geen schade is voor mensen.
3. Wanneer een produceren geen schade is voor mensen en het milieu.

Hoe verdient een ondernemer zijn inkomen?

1. Een ondernemer heeft geen inkomen
2. Door producten uit zijn eigen bedrijf te verkopen
3. Door als werknemer voor een werkgever te werken

Ewout koopt een auto voor €29953.-
De auto moet 7 jaar mee gaan, welk bedrag moet Ewout ieder jaar afschrijven voor zijn auto?

1. €3599.- per jaar
2. €5230.- per jaar
3. €4279.- per jaar
4. €2995.- per jaar

Peter kocht 3 jaar geleden een fiets voor €476.20 3 jaar later verkoopt hij dezelfde fiets voor €100.-
Hoeveel was de afschrijving van de fiets per maand?

1. €10.51 per maand
2. €10.45 per maand
3. €10.42 per maand
4. €10.48 per maand

Hester verkoopt op de markt gemiddeld 70 belegde broodjes per dag. In totaal geeft ze €84.- uit aan broodjes, beleg en boter.
bereken de kostprijs per broodje.

1. €1.20 per broodje
2. €1.25 per broodje
3. €1.15 per broodje
4. €1.18 per broodje

Hester verkoopt op de markt gemiddeld 70 belegde broodjes per dag. In totaal geeft ze €84.- uit aan broodjes, beleg en boter.
ze verkoopt de broodjes voor €3.25 per stuk.
Hoeveel euro maakt ze per broodje winst?

1. €2.15 winst
2. €2.05 winst
3. €2.20 winst
4. €2.00 winst

Ivar verkoopt op een dag 230 porties patat voor €2.35 per portie. de inkoop van de friet kost hem €120.- de andere kosten bedragen €185.-
Bereken de winst of het verlies van die dag.

1. €540.50 winst
2. €235.50 verlies
3. €235.50 winst
4. €185.- verlies

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig de herhaling opdracht 1 t/m 23 op blz 120/121

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.

Daarna ga je leren voor de toets van H4.

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

Ga je goed voorbereid de toets in?

Huiswerk:

Maandag 29 maart                         

Herhaling H4 opdracht 1 t/m 23