Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Welkom!
Klaar voor de les?
Ipad: dicht op tafel
Schrift & pen
Oortjes (niet verplicht)
Slide 1 - Diapositive
Afspraken
Jassen uit, kauwgom in de prullenbak en mobiel in de tas
Respect voor elkaar en elkaars spullen
Spullen en huiswerk op de orde
Tijdens het lezen is het stil
Aandacht bij de les
Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Planning
Lesdoelen & terugblik vorige les
Uitleg: fictie en non-fictie
Stillezen en verwerkingsopdracht
Evalueren
Slide 3 - Diapositive
Planning
Les
Datum
Inhoud
Les 1
Kennismaking & 3.1 fictie en non-fictie
Les 2
3.1 Fictie en non-fictie
Les 3
3.2 Personages, hoofdpersoon, bijfiguren
Les 4
3.2 Personages, hoofdpersoon, bijfiguren
Les 5
3.3 Smaak, genres
Les 6
3.3 Smaak, genres
Slide 4 - Diapositive
Lesdoelen
Ik kan vertellen wat het verschil tussen fictie en non-fictie is
Ik kan aan de hand van een flaptekst voorspellen waar een boek over gaat
Slide 5 - Diapositive
Terugblik vorige les
Slide 6 - Carte mentale
Wat betekent fictie volgens jou?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Vidéo
Fictie
Een verhaal dat door de schrijver verzonnen is. Doel: de lezer vermaken (amuseren).
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn.
Realistisch: verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid. Niet-realistisch: verhalen met dingen die niet echt kunnen gebeuren, oftewel een fantasieverhaal.