15. Vogels deel 2

Vogels
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DierSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vogels

Slide 1 - Diapositive

Progamma
- Terugblik naar vorige les
- Leerdoelen
- Wat weten we al? 
- Hoe vogels vliegen
- Nesten en eieren
- Met snavels en klauwen
- Opdrachten
- Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Terugblik naar de vorige les

Slide 3 - Carte mentale

Leerdoelen van deze week:
We leren deze week:
- Hoe vogels vliegen
- Waar vogels hun snavel en klauwen voor gebruikt

Slide 4 - Diapositive

Wat weten we al van dit onderwerp?

Slide 5 - Carte mentale

Hoe vogels vliegen
Niet alle vogels vliegen even goed. Enkele slaan voortdurend met de vleugels. Andere kunnen urenlang zonder één enkele vleugelslag in de lucht drijven. De manier van vliegen hangt net als de vliegsnelheid af van de vleugelvorm. De snelste vliegers zijn de valken en de gierzwaluwen. Ze hebben lange, sikkelvormige vleugels. Hoenderachtigen hebben korte en ronde vleugels. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Nesten en eieren
De meeste vogels bouwen een nest. De vrouwtjes leggen er eieren in en broeden die uit. Vaak lossen mannetjes en vrouwtjes elkaar af bij het broeden. De jongen die in het nest gevoederd worden, worden -> nestblijvers genoemd. De -> nestvlieders verlaten het nest kort nadat ze uit het ei gekropen zijn en zoeken zelf voedsel. Dat zijn vooral de jongen van grondbroeders. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Met snavels en klauwen
Bij vogels zijn er ook soorten die maar één soort voedsel eten. Roofvogels bijvoorbeeld eten bijna alleen vlees. Ze maken jacht op andere dieren. Voor die manier van voedsel verzamelen zijn ze heel goed uitgerust: ze hebben een sterke, scherpe snavel en spitse klauwen. Appelvinken hebben een dikke, kegelvormige snavel. Kolibries voeden zich vooral met -> nectar van bloemen. Hun snavel is heel lang en dun. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Opdrachten 
opdrachten maken 1 t/m 11

Slide 13 - Diapositive

Evaluatie
- Opdrachten bespreken

Slide 14 - Diapositive