Kt2 unit 3.5 Tag Questions

TAG QUESTIONS 3.5
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

TAG QUESTIONS 3.5

Slide 1 - Diapositive

wat valt je op
aan deze
zinnen?

Slide 2 - Diapositive

Question TAG = 
aangeplakt stukje om er een vraag van te maken

You know the way, DON'T YOU?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

____
___

Slide 5 - Diapositive

Tag questions
positive sentence = negative tag

He is the youngest, isn't he?

negative sentence = positive tag

She isn't happy, is she?

Slide 6 - Diapositive

Tag questions
positive sentence = negative tag



negative sentence = positive tag

Slide 7 - Diapositive

You don't like this, do you?

Slide 8 - Diapositive

+ en -
Een bevestigende zin (waar in staat dat iets zo is) heet in het Engels 'a positive sentence.
Pos
Een bevestigende zin (waarin staat dat iets zo is) noemen we 'a positive sentence' . 
POSITIEF kun je aangeven met +

Een ontkennende zin (waarin staat dat iets NIET zo is)
noemen we 'a negative sentence'
NEGATIEF kun je aan geven met -

Een TAG QUESTION is net als een batterij (+ en - )

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Diapositive

Maak de zin af met een question tag:

You don't know it, .......
A
do you?
B
don't you?

Slide 17 - Quiz

Maak de zin af met een question tag:

He is in trouble, .......

A
is he?
B
isn't he?

Slide 18 - Quiz

Maak de zin af met een question tag

Baby Yoda wants to help, .....
A
is he?
B
does he?
C
isn't he?
D
doesn't he?

Slide 19 - Quiz

Er moet altijd een + en een - in een TAG QUESTION zin zitten. Wat klopt er bij onderstaande zin?

You are smart, aren't you?
A
voor de komma is + en na de komma is -
B
voor en na de komma is allebei +
C
voor en na de komma is allebei -
D
voor de komma is - en na de komma is +

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Lien

Kun je nu TAG QUESTIONS maken/toepassen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Reminder!
Do: 3.4: 8,9,10,11
3.5: 1,2,3,4
Study for your upcoming test unit 3 
Test jezelf 3.4
Woordtrainer 3.4

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive