Les 1: Zure, neutrale en basische oplossingen

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen

Slide 1 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Inhoud van de les

  • Inleiding 10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
  • Practicum: De zuurtegraad van een oplossing bepalen. (aantonen van zuren en basen)
  • maken 10.1 opdracht 1 t/m 15

Slide 2 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Bekende zure oplossingen
  • Alle zuren hebben een zure smaak.
  • Proeven is niet verstandig, want veel zuren zijn gevaarlijk.
  • Zuren kunnen je slijmvliezen aantasten.
  • Een zuur kan een branderig en pijnlijk gevoel geven.
  • Bekende zuren: accuzuur, sinaasappelsap, schoonmaakazijn en zoutzuur.

Slide 3 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Bekende basische oplossingen
  • Basische stoffen samen zeepachtig.
  • Ze hebben een ontvettende werking en kunnen net als zuren je huid en slijmvliezen aantasten.
  • Bekende basen: toiletzeep, ammonia, gootsteenontstopper (NaOH) en soda.

Slide 4 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Bekende basische oplossingen
  • Basische stoffen samen zeepachtig.
  • Ze hebben een ontvettende werking en kunnen net als zuren je huid en slijmvliezen aantasten.
  • Bekende basen: toiletzeep, ammonia, gootsteenontstopper (NaOH) en soda.

Slide 5 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Bekende basische oplossingen
  • Basische stoffen samen zeepachtig.
  • Ze hebben een ontvettende werking en kunnen net als zuren je huid en slijmvliezen aantasten.
  • Bekende basen: toiletzeep, ammonia, gootsteenontstopper (NaOH) en soda.
  • niet zuur of basisch: neutraal

Slide 6 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Indicatoren
  • Een indicator laat door een kleursverandering zien met wat voor soort oplossing je te maken hebt.
  • Bekende indicatoren voor zuren en basen zijn: 
  • rodekoolsap: rood bij zuren en groen bij basen.
  • lakmoes rood wordt blauw als er een base aanwezig is en lakmoes blauw wordt rood bij een zuur.
  • fenolftaleine kleurt bij een base dieprood en blijft bij een zuur kleurloos.

Slide 7 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
De zuurstegraad van een oplossing
  • Hoe zuur en oplossing is noemen we de zuurtegraad (pH).
  • pH = 7: neutraal, pH < 7: zuren, pH> 7: basen

Slide 8 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
De zuurstegraad van een oplossing
  • Hoe zuur en oplossing is noemen we de zuurtegraad (pH).
  • pH = 7: neutraal, pH < 7: zuren, pH> 7: basen

Slide 9 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Universeel indicatorpapier
  • Een indicator waar je redelijk nauwkeurig de zuurtegraad (pH) van een stof mee kunt bepalen.

Slide 10 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Universeel indicatorpapier
  • Een indicator waar je redelijk nauwkeurig de zuurtegraad (pH) van een stof mee kunt bepalen.
  • Druppel een beetje oplossing op de universeel indicator.

Slide 11 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Universeel indicatorpapier
  • Een indicator waar je redelijk nauwkeurig de zuurtegraad (pH) van een stof mee kunt bepalen..
  • Druppel een beetje oplossing op de universeel indicator.

Slide 12 - Diapositive

10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Aan de slag
  • 10.1 Zure, neutrale en basische oplossinegn
  • Practicum: Aantonen van zure en basische oplossingen
  • maken 10.1 opdracht 1 t/m 15

Slide 13 - Diapositive