Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
7.4 Schone lucht
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
De leerdoelen voor deze les:
-Je moet kunnen beschrijven welke invloed ozon in de dampkring heeft op het leven op aarde.
-Ook moet je de oorzaken en gevolgen kunnen noemen van de aantasting van de ozonlaag en van zomersmog.
Maar eerst wat huiswerkbespreking van 7.3 (het broeikaseffect)
Slide 3 - Diapositive
Als de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt, zal de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer toenemen door extra verdamping uit oceanen. Neemt hierdoor het broeikaseffect toe of af? Leg je antwoord uit.
A
Het broeikaseffect neemt toe doordat er meer waterdamp
in de atmosfeer komt.
Waterdamp is geen broeikasgas.
B
Het broeikaseffect neemt af doordat er meer waterdamp
in de atmosfeer komt.
Waterdamp is geen broeikasgas.
C
Het broeikaseffect neemt toe doordat er meer waterdamp
in de atmosfeer komt.
Waterdamp is een broeikasgas.
D
Het broeikaseffect neemt af doordat er meer waterdamp
in de atmosfeer komt.
Waterdamp is een broeikasgas.
Slide 4 - Quiz
Bij de verbranding van biobrandstoffen ontstaat koolstofdioxide. Toch draagt dit koolstofdioxide niet bij aan de opwarming van de aarde.
Leg uit hoe dat kan.
A
Het vrijgekomen CO2 is door planten tijdens hun groei uit de lucht opgenomen. Daardoor stijgt de hoeveelheid CO2 in de lucht niet.
B
Het vrijgekomen CO2 is door planten tijdens hun groei uit de lucht opgenomen. Daardoor stijgt de hoeveelheid CO2 in de lucht.
C
Het vrijgekomen CO2 is door planten tijdens hun groei geproduceerd. Daardoor stijgt de hoeveelheid CO2 in de lucht niet.
D
Het vrijgekomen CO2 is door planten tijdens hun groei geproduceerd. Daardoor stijgt de hoeveelheid CO2 in de lucht.
Slide 5 - Quiz
Grafiek 9.2
Slide 6 - Diapositive
Welk jaar in grafiek 9.2 gaf de hoogste verandering van de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de aarde?
A
1989
B
1998
C
2007
D
2008
Slide 7 - Quiz
Grafiek 9.3
Slide 8 - Diapositive
Wat is het verschil of zijn de verschillen tussen grafiek 9.2 en grafiek 9.3?
A
De pieken en dalen zijn verschillend.
B
De pieken en dalen zijn verschillend en de x-as en y-as zijn verschillend.
C
De meetpunten zijn hetzelfde maar de x-as en y-as zijn verschillend.
D
De meetpunten zijn hetzelfde maar er wordt een andere lijn door getrokken.
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Uit het artikel blijkt dat versterking van het broeikaseffect gunstig kan zijn voor de voedselproductie. Bijvoorbeeld: bij suikerbieten neemt het bladoppervlak toe wat leidt tot grotere suikerbieten.
Welk proces speelt hierbij een belangrijke rol? (noem 1 woord)
Slide 11 - Question ouverte
Welke bacterie veroorzaakt de ziekte van Lyme?
A
Chlamydia
B
Salmonella
C
Borrelia
D
Listeria
Slide 12 - Quiz
Welke conclusie hoort bij opdracht 16?
A
Het aantal teken in Nederland dat besmet is met de Borrelia-bacterie is met de jaren toegenomen.
B
Het aantal teken in Nederland dat besmet is met de Borrelia-bacterie is met de jaren afgenomen.
Slide 13 - Quiz
Opdracht 17
Slide 14 - Diapositive
-Je moet kunnen beschrijven welke invloed ozon in de dampkring heeft op het leven op aarde.
Atmosfeer bevat ook ozon (O3)
Dit is een belangrijk gas:
- Broeikasgas (dus aarde warmer)
- Tegenhouden UV straling
Meeste ozon in stratosfeer -->
De ozonlaag
Slide 15 - Diapositive
Wat kan bij de mens de schadelijke gevolgen zijn van UV-straling? Noem 1 woord
Slide 16 - Question ouverte
-Je moet kunnen beschrijven welke invloed ozon in de dampkring heeft op het leven op aarde.
UV-straling van de zon is
schadelijk voor organismen
De ozonlaag houdt een
gedeelte van de
UV-straling tegen
Slide 17 - Diapositive
-Je moet kunnen beschrijven welke invloed ozon in de dampkring heeft op het leven op aarde.
Ozonlaag wordt aangetast door stoffen die de mens produceert.
Bijvoorbeeld CFK's.
Cfk's zitten (zaten) in spuitbussen en koelkasten.
Cfk's breken ozon af en zo ontstaat er een gat in de ozonlaag.
Ozonlaag herstelt langzaam door de genomen maatregelen (verbieden van Cfk's).
CFK = Chloorfluorkoolwaterstof
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Luchtvervuiling
Lucht kan op verschillende manier vervuild zijn:
Smog
Fijnstof
Verzuring
Slide 20 - Diapositive
Smog
Mist vervuild door rook en uitlaatgassen
Zomersmog van ozon, fijnstof en uitlaatgassen (bruin) (Chemische reactie van deze stoffen door warmte en zonlicht)
Wintersmog van fijnstof en gassen uit verbranding (grijs)
Maatregelen om uitstoot van verbrandingsgassen te voorkomen verminderd smog.
Slide 21 - Diapositive
Smog
Los Angeles
Slide 22 - Diapositive
Fijnstof
Zwevende deeltjes in de lucht. (55% natuurlijk en rest door toedoen van de mens)
Mens zorgt voor: Stofresten remschijven, rubberdeeltjes banden, uitlaatgassen, rook van kachels en barbecues, vuurwerk.
Vooral het fijnstof veroorzaakt door de mens is schadelijk voor de gezondheid (hart en vaatziekten en longziekten)
Slide 23 - Diapositive
Verzuring
Verbranding fossiele brandstoffen zorgen voor ontstaan gassen die milieu kunnen verzuren.
Planten worden ziek en verliezen hun bladeren.
Slide 24 - Diapositive
Waar bevindt zich de dikste ozonlaag?
A
Thermosfeer
B
Stratosfeer
C
Troposfeer
D
Mesosfeer
Slide 25 - Quiz
Het gat in de ozonlaag wordt veroorzaakt door.....
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
CFK (in spuitbus en koelkast)
Slide 26 - Quiz
Waarom is de ozonlaag belangrijk voor de aarde?
A
Vermindert hoeveelheid broeikasgassen
B
Houdt UV-straling deels tegen
C
Houdt zonnestralen tegen
Slide 27 - Quiz
Welke smog is grijs van kleur en bestaat voornamelijk uit fijnstof en gassen die ontstaan bij de verbranding van steenkool en olie.